NVZ-directeur Veronique Esman: "Drempelloos samenwerken in de zorg"

Vergezicht

In dit Vergezicht gaan we in gesprek met Veronique Esman, sinds 1 januari 2023 directeur bij de NVZ. Van huis uit is ze bestuurskundige, aangevuld met bedrijfskunde en een deel van de rechtenstudie. Van de 20 jaar ervaring bij de Rijksoverheid werkte ze in haar laatste functie bij VWS als directeur curatieve zorg. Vanaf 2017 tot 1 januari dit jaar was ze branchedirecteur bij de Nederlandse GGZ. En nu dus directeur bij de NVZ, waar ze met veel plezier van start is gegaan.

Veronique Esman

Van de GGZ naar de ziekenhuisbranche. Dat lijkt een behoorlijke stap, heb jij dat ook zo ervaren?

“De overstap van de GGZ naar de NVZ voelt niet echt als een hele grote overstap. Curatieve zorg heb ik altijd al in mijn hart gedragen en ik heb er ook een behoorlijke ervaring in opgebouwd. Ik heb het Integraal Zorgakkoord (IZa) mede mogen vormgeven voor de GGZ. Aan de onderhandelingstafel zie je ook het enorme belang dat ziekenhuizen vertegenwoordigen en de sleutelrol die zij kunnen vervullen in de grote transformatieopdracht die voor ons ligt. Ik wil dat wat ik doe maatschappelijke impact heeft en ik was toe aan een nieuwe stap. Toen deze gelegenheid zich voordeed heb ik daarop gereageerd en ik ben blij dat ik de kans krijg om deze rol te mogen vervullen.”

Je werkt natuurlijk nog niet heel lang bij de NVZ, maar is er iets wat je nu al is opgevallen?

”Ik ga graag nog even door met verwonderen”

“Wat me zo positief treft is het enthousiasme en de betrokkenheid bij zowel de bestuursleden als de medewerkers bij de NVZ. Het bestuur fungeert als 1 team en wil het echt sámen doen. Dit is natuurlijk na een korte periode van ruim 2 maanden mijn eerste indruk. Ik ga graag nog even door met verwonderen.”

De ziekenhuissector is er een met behoorlijke uitdagingen. Wat is volgens jou de belangrijkste uitdaging waar de sector momenteel voor staat?

“De belangrijkste uitdagingen staan in het IZa (Integraal Zorgakkoord), dat is onze leidraad de komende jaren. De grootste uitdagingen zijn de arbeidsmarktkrapte in combinatie met de toenemende zorgvraag. We moeten ons dus anders organiseren, meer samenwerken en innovaties op grote schaal gaan toelaten. Er is werk genoeg voor iedereen in de zorg, sterker nog, er is te veel werk. Dus moeten we andere accenten gaan leggen. Het is echt hard nodig om de samenwerking op te zoeken juist ook buiten de muren van het ziekenhuis. Voor onze professional moet het een feestje zijn om samen met zorgverleners uit de eerstelijn of het sociaal domein op te trekken om zijn of haar kennis daar aan te bieden, verergering van klachten te voorkomen of snel advies te kunnen geven op het moment dat dat nodig is. Hierbij is het belangrijk dat de patiënt geen last heeft van het systeem. Zij moeten zo drempelloos mogelijk door de zorgketen lopen. Dit vraagt iets van onze leden, van onze samenwerkingspartners maar ook van de overheid in termen van regelgeving en financiën.”

En welke rol speelt de NVZ hierbij?

“Niet alleen moet iedereen in de branche de samenwerking zoeken, ook wij als bureau moeten nog meer gaan samenwerken met elkaar onderling en met onze collega branches. We hebben tenslotte een voorbeeldfunctie. Voor onze zorgprofessionals willen we natuurlijk dat ze blijven kiezen voor onze branche of in elk geval voor de zorg. Er zijn zoveel initiatieven om medewerkers te binden en te boeien voor de zorg. We moeten ons best daar steeds voor blijven doen. We moeten onze zorg meer naar voren brengen. Een mooi voorbeeld is de Fitkliniek in het Diaconessenhuis. Hier wordt aan patiënten leefstijlinterventie aangereikt. Dit is in nauwe samenwerking met verschillende zorgverleners opgezet, met als doel de patiënt zo snel mogelijk naar de eerstelijn of zelfs uit de zorg te krijgen. Dit vraagt om een andere manier van denken.”

NVZ-voorzitter Ad Melkert sprak in een eerder interview over ‘het huis zonder muren’ als metafoor voor het ziekenhuis van de toekomst. Wat is jouw visie hierop?

“Ziekenhuizen moeten passen in vloeiende keten van samenwerking”

“Het is een mooie metafoor voor hoe zorg eruit zou moeten zien: drempelloos samenwerken, een minder zichtbare scheidslijn tussen de eerste- en tweedelijnszorg en het sociale domein. We moeten elkaar gaan helpen. We moeten meer samenwerken met thuiszorg en de verpleging en verzorging, om ervoor te zorgen dat minder mensen in ‘het verkeerde bed’ liggen. Ziekenhuizen hebben hun aandeel in de vloeiende keten van samenwerking. We moeten transparant zijn en makkelijk kunnen overdragen aan collega’s in de zorg en vice versa.”

Dat zijn nobele streefdoelen en passend in het IZa, maar wat betekent dat voor de bestuurders?

“We hebben tijdens covid al bewezen dat kansen worden benut als de crisis groot genoeg is”

“Dit vraagt van bestuurders en toezichthouders het welgemeende eigen belang van de instelling opzij te zetten en te denken in termen van samenwerking, het maatschappelijk belang en nieuwe vormen van besturen. Bekijk hoe je populatie eruitziet, wat is de zorgvraag, wat betekent dat dan voor de organisatievorm? Als organisatie wil je de best passende zorg kunnen leveren, wat kan mijn organisatie daar dan in betekenen?”

Het IZa hebben we nu al een aantal keer benoemd. Welke kansen biedt dat akkoord?

“Kansen zijn er te over. Het IZa biedt echt dé kans om digitale en hybride zorg een boost te geven. Ook tijdens covid hebben we bewezen dat er kansen voor vernieuwingen worden benut als de crisis groot genoeg is.”

Duidelijke kansen voor IZa, wat zijn volgens jou de valkuilen?

“Er staan meer dan 400 actiepunten in, dat is gewoon te veel. Ook al wil je graag, dat kan niet. We moeten vooral focussen op wat de zorgprofessionals helpt en wat ondersteunend is voor onze patiënten. We moeten af en toe een stapje terug doen en bedenken waar we naartoe willen en we moeten de transformatiegelden op de juiste plek krijgen.

“Er ligt een zwarte deken over het IZa”

Een ander aandachtspunt is dat we ons financieel in een andere situatie bevonden toen het IZa werd opgesteld. Nu hebben we te maken met cao-perikelen, contractering, stijgende energielasten. Dat was toen niet in die extreme mate aan de orde. Daarom ligt er potentieel wel een zwarte deken over IZa: een aantal leden heeft het financieel heel zwaar. Dat maakt het voor hen heel lastig om energie vrij te maken voor een gezonde start met het IZa, ook al is dat inhoudelijk wel de juiste route naar de toekomst toe. Een gebaar vanuit verzekeraars en politiek om onze branche in staat te stellen de transformatie echt in te gaan, zou enorm helpen in het tempo dat we dan met elkaar kunnen ontwikkelen.

“Gevaar van bureaucratische vinklijstjes ligt enorm op de loer”

Het is van belang de focus te leggen op de dingen die er echt toe doen, die onze professionals helpen, de zorg transparant maken en onze patiënten ondersteunen. Maar het gevaar van bureaucratische vinklijstjes ligt enorm op de loer. Kijk maar eens naar het hele proces dat moet worden doorlopen voor transformatiegelden. Laten we goed met elkaar in beeld houden of de bedoeling van het IZA ook echt wordt gerealiseerd.”

Nu weer even terug naar jou, in je rol als directeur van de NVZ. Wat zijn jouw ambities?

“Als eerste wil ik samen met medewerkers en het bestuur het belang van de sector goed voor het voetlicht brengen. En de verbinding maken naar andere sectoren, zoals de huisartsen en de GGZ. Dat laatste lijntje is natuurlijk kort, gezien mijn achtergrond. Met als overstijgend doel dat we een gezonde sector gaan krijgen. En we spreken steeds over ziekenhuisorganisaties, maar ook de categorale instellingen en revalidatiecentra maken daar deel van uit. Ik hoop dat ik vanuit mijn rol kan bijdragen aan transformatie, samenwerking en een gezonde sector.”

Welke oproep wil je doen aan de Nederlandse politiek om de ziekenhuiszorg te verbeteren?

“Aan de Nederlandse overheid zou ik de oproep willen doen snel duidelijkheid te geven over de plek van samenwerking in dit concurrentiestelsel. Wat mag wel en wat niet. De ruimte die de zorg nodig heeft om door te ontwikkelen zou wel eens op gespannen voet kunnen staan met de huidige inrichting van het stelsel. Erken dat als politiek en ga voorop in het wijzen van de weg.”