
Maurice van den Bosch: "Standaardisatie en opschalen zijn cruciaal voor succesvol innoveren"
In dit Vergezicht is Maurice van den Bosch aan het woord over digitale transformatie en in het bijzonder over de app BeterDichtbij. Hij is momenteel voorzitter van de raad van bestuur van het Antoni van Leeuwenhoek (AVL), het ziekenhuis en onderzoeksinstituut dat gespecialiseerd is in oncologische zorg. Daarnaast is hij lid van de raad van toezicht van het Zuyderland en lid van het NVZ-bestuur. Ook is hij hoogleraar interventieradiologie in het UMC Utrecht. Hij gaat in dit Vergezicht onder andere in op zijn bestuurlijke overwegingen om digitale transformatie in gang te zetten, de betekenis van BeterDichtbij voor beter patiëntencontact vanuit huis en de regionale samenwerking.

Wat waren uw bestuurlijke overwegingen om binnen het AVL met digitale communicatie en BeterDichtbij aan de slag te gaan? Waarom is dit thema zo belangrijk voor het AVL?
“We hebben binnen het AVL de stuurgroep Digital Oncology. Vanuit hen en de patiëntenadviesraad werd vorig jaar duidelijk dat we met name op het onderdeel patiëntencommunicatie nog verder konden verbeteren. BeterDichtbij biedt patiënten de mogelijkheid om digitaal vragen te stellen aan hun zorgverlener, daarnaast wordt het beter mogelijk om digitaal contact te integreren in een zorgpad.” Binnen het AVL ligt de focus van oudsher sterk op wetenschappelijk onderzoek en klinische doorvertaling van die resultaten, met name introductie van nieuwe geneesmiddelen en behandelmethoden”, licht Van den Bosch toe. “Op het gebied van digitale transformatie was er bij het AVL om die reden al een datalakehouse gebouwd, een plek waar alle data vanuit de zorgpaden is verzameld voor geanonimiseerde analyses. Voor initiatieven voor zorg op afstand was tot nu toe nog relatief weinig aandacht.”
“Het is heel dankbaar om bij goede initiatieven aan te sluiten en deze in de eigen organisatie tot een succes te maken”
“Bij mijn aantreden heb ik benadrukt dat we digitale mogelijkheden voor zorg op afstand moeten omarmen vanwege de toenemende zorgvraag die op ons Instituut afkomt. Inmiddels is het zo dat helaas 1 op 2 Nederlanders in het leven met de diagnose kanker te maken krijgt. Daarnaast opent het mogelijkheden om in de regio meer data te delen en samen te werken over onze eigen muren heen. Na een grondige scan hebben we besloten om voor zorg op afstand te werken met apptechnologie, gekoppeld aan BeterDichtbij en Chipsoft. We hebben bewust gekozen om niet alles zelf opnieuw uit te vinden. Het is heel dankbaar om bij goede initiatieven aan te sluiten en deze in de eigen organisatie tot een succes te maken.”
Binnen het AVL gaat het om een specifieke patiëntengroep die ernstig ziek is en dat gaat soms gepaard met slechtnieuwsgesprekken. Is digitale communicatie wel geschikt voor deze patiëntengroep?
Dit hangt volgens Van den Bosch sterk af van de wens van de individuele patiënt. “Tot nu toe wil het merendeel van de patiënten dit soort gesprekken het liefst face-to-face, omdat het vaak een ingrijpend bericht is. Maar bijvoorbeeld tijdens de coronapandemie bleek dat sommige patiënten het juist prettig vonden om slecht nieuws thuis te ontvangen via een scherm. Ze hoefden dan niet naar de omgeving van een ziekenhuis en waren met alle verdriet die ze op dat moment te verwerken hadden veilig thuis. Voor kankerpatiënten is persoonlijk contact met een behandelend arts heel belangrijk. Het zijn in de regel complexe trajecten van meerdere behandelingen en regie daarop is gewenst. Naast gesprekken over de diagnose en het behandelpad, merken we dat gesprekken tijdens de behandeling, zoals een uitslag van een scan, ook prima digitaal kunnen. Patiënten waarderen het gemak van de digitale communicatie, omdat ze niet naar het ziekenhuis hoeven te reizen en hun zorgen op korte termijn kunnen bespreken.”
Was er weerstand bij patiënten of medewerkers tegen het invoeren van BeterDichtbij en hoe bent u daarmee omgegaan?
“Veranderen is het moeilijkste wat er is”
“Ik noem het geen weerstand, maar een kritische grondhouding. Vaak kost nieuwe technologie de medewerkers juist meer tijd, in plaats van dat het ze zelf direct iets oplevert. Dus ik begrijp dat wel. Daarom is het extra belangrijk dat technologie niet alleen voor patiënten iets brengt, maar parallel ook de zorgprofessionals ontzorgt. Veranderen is overigens het moeilijkste wat er is, vooral in de zorg waar de druk op de werkvloer groot is door personeelstekorten in combinatie met een groeiende zorgvraag. ‘Running the business’ overheerst alles, maar voor ‘changing the business’ moet je tijd maken. Het is goed als professionals kritisch zijn en aangeven waarom ze denken dat iets niet kan. Dit biedt de kans om beter te ondersteunen en te laten zien wat nodig is om veranderingen dan juist wel te realiseren. In mijn ervaring is het erg belangrijk om niet steeds opnieuw zelf het wiel uit te willen vinden, en te werken met zogenaamde best practices, innovaties die elders hun effectiviteit al hebben bewezen met duidelijke resultaten, zodat men ziet dat het werkt en er momentum ontstaat.”
Bij veranderingen moet je volgens Van den Bosch beginnen met de 'first movers', de 10% in de organisatie die enthousiast is voor het nieuwe concept: “Ongeveer 80% is wel geïnteresseerd maar wil ook graag alles houden zoals het is en 10% wil helemaal niet veranderen. Door te starten met de 10% die wel wil, en succesvolle voorbeelden te delen in de organisatie, kun je de 80% mobiliseren voor de nieuwe beweging. Goede uitkomsten helpen hierbij om te overtuigen.”
Bovendien zou het advies van Van den Bosch zijn om bij de introductie van nieuwe technologieën te focussen op dat deel van het zorgpad of op die patiëntengroep waar de kans op succes het grootst is, zoals chronisch zieken en kankerpatiënten in de follow-up fase. Van den Bosch: “Digitale transformatie moet aansluiten bij de wensen van de patiënt én de medische professionals, zoals verpleegkundigen en specialisten.”
“Standaardisatie en opschalen zijn cruciaal voor succesvol innoveren”
“Er is 100% begrip voor de keuzes die we hebben gemaakt, maar het begint met 1 of 2 groepen die ermee gaan werken. Momenteel zit het AVL nog in de fase van de 'first movers'. Het kost tijd om een nieuwe werkwijze in de klinische praktijk succesvol te implementeren, maar het kan als je het patiëntenbelang maar vooropstelt en samen met je professionals daarin blijft investeren. Standaardisatie en opschaling zijn cruciaal voor succesvol innoveren. We zouden juist op innovatie veel meer met elkaar moeten samenwerken. Als binnen een bepaalde instelling iets goed is uitgedacht, dan niet de vraag stellen ‘of’ je het gaat implementeren en gebruiken, maar ‘waarom niet’. Het gebruik van BeterDichtbij voor communicatie met de patiënt op afstand wint aan waarde, als steeds meer instellingen dat op uniforme wijze gaan doen. Maakt het makkelijker om data te delen en uitkomsten onderling te vergelijken. Heel sterk dat de NVZ achter deze nieuwe ontwikkeling is gaan staan. Als we standaardiseren met BeterDichtbij kunnen we dus opschalen over ruim 100 zorginstellingen in Nederland.”
Wat kan digitale communicatie en specifiek BeterDichtbij Collega betekenen voor de regionale samenwerking?
BeterDichtbij Collega maakt sinds kort deel uit van het BeterDichtbij-pakket. Het stelt collega’s in staat om met elkaar in contact te komen. “Ik denk dat dit een hele belangrijke stap is”, vindt Van den Bosch. “Via BeterDichtbij Collega kunnen zorgverleners onderling eenvoudig vragen stellen en advies inwinnen over een casus. Dit voorkomt onnodige doorverwijzingen en verbetert de workflow. Specialisten worden minder vaak gebeld en kunnen vragen beantwoorden wanneer het hen uitkomt. Mijn volgende stap zou zijn dat je beter gaat nadenken over hoe je kunt toewerken naar regionale dataplatforms, waarbij de data voor verschillende aanbieders van zorg in één zorgpad met toestemming van de patiënt beschikbaar is. Het intercollegiale contact met BeterDichtbij is een voorportaal van zo’n regionaal platform met patiëntinformatie.”
Volgens Van den Bosch zijn zorginstituten sinds het IZA en het dialoogdocument Open Ziekenhuizen van de NVZ niet langer gesloten bolwerken, maar communicerende entiteiten in een netwerk. “Deze regionale context is cruciaal om de zorgvraag de komende jaren aan te kunnen. Ik geloof sterk in deze netwerkgedachte. Als een regionale partij niet wil of kan meewerken bij de implementatie van technologie, ontstaat er een probleem. BeterDichtbij Collega zou kunnen helpen bij het tot stand brengen van data-uitwisseling tussen patiënten, professionals, en zorginstellingen.”
Wat vindt u van de keuze van de NVZ om in BeterDichtbij te participeren?
Van den Bosch: “Door de toenemende zorgvraag en het gelijkblijvende aantal zorgverleners moeten we de zorg anders inrichten. Vooral bij chronische zorg is begeleiding op afstand goed mogelijk. BeterDichtbij is een platform dat deze zorg op afstand mogelijk maakt. De steun van brancheorganisatie NVZ voor BeterDichtbij is daarbij belangrijk, omdat het de aangesloten zorginstellingen actief ondersteunt bij het werken met schaalkracht: één gezamenlijke keuze is effectiever dan individuele oplossingen die niet schalen.”
“Samen kunnen we de digitale transformatie in de zorg realiseren”
“Wat ik ook belangrijk vind is dat BeterDichtbij zich als een van de weinige technologiebedrijven heel nadrukkelijk aan een maatschappelijk verantwoord rendement committeert. De oprichter van BeterDichtbij, Godfried Bogaerts, voelt zich verantwoordelijk om partner te zijn, vanuit een coöperatiegedachte, bij het inrichten van zorg op afstand. We moeten in de zorg meer naar dat soort partners toe bewegen. Samen kunnen we dan de digitale transformatie in de zorg realiseren.”
Waarom is het belangrijk om BeterDichtbij als een generieke oplossing voor de zorg in te zetten?
Om BeterDichtbij tot een generieke oplossing voor de zorg te maken, moeten we volgens Van den Bosch zo snel mogelijk werken met best practices: “Leiders van zorginstellingen moeten succesvolle digitale transformaties delen, inclusief de uitkomsten. Andere zorginstellingen raken daardoor geïnteresseerd en geïnspireerd. Dit creëert een 'fear of missing out' bij andere instituten, waardoor ze sneller geneigd zijn om mee te doen.” Daarnaast biedt het volgens Van den Bosch collega’s de mogelijkheid de best practices te kopiëren. “Iets wat ik zelf veel meer in Nederland zou willen zien.” Toen hij bij het AVL binnenkwam, werkten ze nog met het bouwen van eigen oplossingen. Maar na de ervaring van het initiatief van de Santeon-ziekenhuizen ‘Zorg bij jou’ en het laten zien van goede voorbeelden van BeterDichtbij bij deze collega-instellingen waaruit bleek dat het platform te koppelen, betrouwbaar en betaalbaar is, hebben ze de overstap gemaakt. “Dit kostte tijd, maar het was de moeite waard. Sinds het najaar wordt BeterDichtbij geïmplementeerd bij onze eerste twee zorgonderdelen: ‘wond, stoma, continentie poli’ en ‘melanoom/sarcoom chirurgie’.
Van den Bosch vindt leiderschap essentieel bij digitale transformatie. Want het gaat volgens hem niet om een technologisch vraagstuk, maar om een transformatievraagstuk. “Je gaat dus op een andere manier werken. De staf moet worden meegenomen in deze verandering en het is essentieel dat er voldoende leiders binnen de staf zijn – zowel verpleegkundig als medisch specialistisch - die de transformatie ondersteunen en uitdragen. Begin de transformatie bij één afdeling die als goed voorbeeld kan dienen voor andere afdelingen. En stel jezelf de vraag: ‘Welke winsten realiseren we nu voor patiënt en medewerker?’.”
Een concreet voorbeeld bij het AVL is de aanpak bij melanoompatiënten met de Kaiku-app, gekoppeld aan BeterDichtbij en het zorginformatiesysteem Chipsoft. Een verpleegkundig specialistisch team begeleidt patiënten op afstand, waardoor alleen degenen met complexere problemen naar het ziekenhuis hoeven te komen. Van den Bosch: “Dit bespaart tijd en kosten, en patiënten waarderen de snelle hulp. Medewerkers kunnen hun poli’s efficiënter inrichten en hebben een goede registratie van alle vragen en complicaties, dus je bouwt ook meteen een bruikbaar bestand op waarop je je zorg verder kunt verbeteren. Dit toont aan hoe BeterDichtbij met zorg op afstand effectief kan werken voor melanoompatiënten.”
Wat zou u andere bestuurders op dit thema van digitale communicatie met patiënten en collega’s willen meegeven?
“Ik ben ervan overtuigd dat digitale transformatie voor onze sector de weg vooruit is om de toenemende zorgvraag aan te kunnen. Dit moeten we collectief als sector doen met enkele grote initiatieven, in plaats van versnipperd en gefragmenteerd met pilots. We zitten nu echt in de fase van keuzes maken, standaardiseren en opschalen voor impact. BeterDichtbij is hier een goed voorbeeld van, waarbij we werken met best practices en genereren van uitkomsten om als sector te verbeteren en andere collega’s mee te nemen.”
“Digitale transformatie: omarm het, werk ermee en zie het als een kans”
Van den Bosch vindt dat er als sector meer geïnvesteerd moet worden in digitale transformatie: “Ziekenhuizen hebben helaas lage rendementen van 1 tot 2%, en daarmee staat de investeringsagenda onder druk. Terwijl we juist nu meer transformatiekracht intern nodig hebben om digitale technologie te implementeren en zichtbaar processen te verbeteren. De IZA-aanvragen zijn helaas niet toereikend; het proces van toekenning is ingewikkeld, kostbaar en duurt in de regel erg lang. Het grote probleem is dat er opnieuw veel relatief kleine pilotachtige initiatieven ontstaan. Daarnaast is de financiering van tijdelijke aard (meeste projecten kennen nu een doorlooptijd van 3 jaar), terwijl we moeten inzetten op duurzame financiëring voor de komende 10 jaar. De zorgverzekeraars zijn hierbij hele belangrijke partners. Ik kan me voorstellen dat we met elkaar best zouden kunnen nadenken over 3-5 landelijke grote projecten en daar 200 miljoen per project op investeren. Zorgorganisaties kunnen dan aansluiten, in plaats van zelf opnieuw het wiel uitvinden.”
Van den Bosch sluit dit Vergezicht af met de boodschap: “Digitale transformatie is echt van belang: omarm het, werk ermee, en zie het als een kans. Tijdens de coronapandemie zagen we dat alles digitaal kon. Het is een kwestie van willen, leiderschap tonen en doen.”