Digitale identificatie van patiënt is toegestaan

Digitaal kent voordelen

De digitale check kent verschillende voordelen. Een patiënt die zorg op afstand krijgt, bijvoorbeeld thuismonitoring of een beeldbelconsult, hoeft voor het eerste contact niet meer eerst naar het ziekenhuis te komen om zich te identificeren. Dat is comfortabeler voor de patiënt en het scheelt reisbewegingen. Bovendien is een digitale identificatie minder tijdrovend voor baliemedewerkers en draagt het bij aan het ‘ontregelen’ van de zorg.

Discussies

Binnen zorgorganisaties leefde lange tijd onduidelijkheid over de mogelijkheid van digitale identificatie. Dat zorgde voor discussies binnen organisaties, en onnodig verkeer van patiënten die soms alleen voor de identificatie op pad moesten. Lex Pater is senior beleidsadviseur van de NVZ en vertegenwoordiger van de medisch-specialistische zorg in de IZA-werkgroep Digitale en Hybride zorg. In deze werkgroep werd het probleem aangekaart en opgepakt.

Via een app

Pater: “De vraag kwam binnen via een groep artsen en zorghoofden die naar een oplossing zocht. We hebben dat samen met de Patiëntfederatie opgepakt vanuit de werkgroep. We hebben aan VWS en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) naar hun standpunt over digitale identificatie gevraagd. Daaruit bleek: het mag al, mits je de pasfoto controleert en vergelijkt met het gezicht van de patiënt. De wet verplicht echter op geen enkele wijze dat dit fysiek door een mens moet uitgevoerd worden. Als het op afstand kan, door een app, voldoet het ook. Die kan ook direct het paspoort uitlezen en het BSN scannen." Het ministerie van VWS heeft ook een statement op hun AVG-helpdesk staan dat digitale identificatie mag.

Fysiek blijft mogelijk

“Natuurlijk zal er een groep patiënten zijn die er moeite mee heeft om zich digitaal te identificeren via een app’', merkt Pater nog op. “Voor deze groep moet de mogelijkheid blijven bestaan om zich fysiek bij de balie te identificeren.”