Inspiratie-event Digitale Horizon: 'Samen, tenzij'
Digitaal, tenzij. Maar vooral: samen, tenzij. Die conclusie formuleerden zo’n 60 bestuurders van NVZ-lidinstellingen aan het einde van het inspiratie-event ‘Onze Digitale Horizon: wat is mogelijk en hoe gaan we het doen?' Het event vond plaats op 11 januari. Het werd georganiseerd op initiatief van de BAC (Bestuursadviescommissie) Informatiebeleid door het NVZ-programma Digitale Zorg.
Digitale innovatie
De sprekers waren nationale en internationale experts op het gebied van AI, technologie en innovatie. Zoals Jim Stolze. Hij is AI-expert, auteur over dit onderwerp en oprichter van het bedrijf Aigency. Hij drukte zijn gehoor op het hart om vooral niet de bestaande processen te gaan digitaliseren. Waar het dan wel om moet gaan? Om uit goed geregistreerde data, informatie te destilleren die input kan zijn voor nieuwe processen. Dán is er sprake van digitale innovatie. Hij wees ook op uitdagingen. Systemen moeten integreren en het uitwisselen van gegevens moet mogelijk zijn. Het beveiligen van gegevens is essentieel én zorgprofessionals en patiënten moeten voldoende digitaal vaardig zijn.
Gedoe
Dat laatste sloot naadloos aan bij de volgende spreker, Martijn Aslander. Hij is al jaren spreker en schrijver over de netwerk- en informatiesamenleving. Met veel humor vertelde hij over het belang van digitale fitheid. En onderbouwde dat met feiten: ‘Je bent per jaar 240 uur kwijt aan het zoeken naar informatie. Per jaar besteed je 40 dagen aan zaken die je bent vergeten. Dus je hebt al eens gedaan, maar je weet niet meer hoe. ‘Gedoe’ met de computer kost je per jaar tussen de 50 en de 300 uur.’
Digitale fitheid
Digitale fitheid bestaat volgens Aslander uit vijf pijlers. Uit digitaal bewustzijn: wees je bewust van wat digitalisering betekent voor je houding en gedrag. Digitale hygiëne gaat erover dat je uit de enorme stroom informatie die er op je afkomt, weet te filteren wat er voor jou beschikbaar is en waar je het kunt vinden. De juiste digitale vaardigheden moeten ervoor zorgen dat verregaande digitalisering geen stress en werkdruk oplevert, maar deze juist als sneeuw voor de zon laat verdwijnen. Bij de vierde pijler, het relatief nieuwe persoonlijk kennismanagement, staat het effectief kunnen delen en hanteren van je persoonlijke kenniskapitaal centraal. De laatste pijler is persoonlijke groei met behulp van technologie. Dat maakt ons, volgens Aslander, gezonder, effectiever en gelukkiger in alles wat we doen.
Geen pilots
De laatste spreker was Andreas Ringman Uggla. Hij is plaatsvervangend CEO van de Doktor24-groep en voormalig Chief Operating Officer van Karolinkska University Hospital. De shift van ‘fysical first’ naar ‘digital first’ is begonnen en zal niet meer omkeren, betoogde hij. Hij sprak grote bedenkingen uit bij de vele pilots die daarbij worden opgestart. Als je niet kunt besluiten, doe dan geen pilot, meende Ringman Uggla. Dat leidt tot een groot aantal niet-schaalbare oplossingen. Tot veel verschillende apps, zorgverleners en patiënten die met al die verschillende toepassingen moeten leren omgaan en een ondoorzichtige IT-structuur. Hij suggereerde dan ook een patiëntgecentreerde aanpak, in plaats van een aandoening- of specialisme gecentreerd.
Access, engage en consult
Noodzakelijk is een goede en vloeiende ‘backbone’, betoogde Ringman Uggla. Die bestaat uit drie onderdelen: ‘Access’, een eenvoudige, goed functionerende toegang tot het systeem waarbij de patiënt de eerste informatie al digitaal krijgt. ‘Engage’, waarbij het gaat om laagdrempelige interactie tussen de mens en het systeem. Vragen en benodigde acties kunnen automatisch worden afgehandeld. En tot slot ‘Consult’, het digitale of fysieke contact tussen patiënt en zorgverlener. Bij een goed functionerende backbone kunnen in de eerste twee onderdelen al een groot aantal vragen en behoeften van patiënten worden opgelost, volgens Ringman Uggla.
Powerstories
De sprekers werden afgewisseld door drie ‘powerstories’. Daarin brachten achtereenvolgens een verpleegkundige (Anita Scholten, CNIO van het CWZ), een patiënt (Annemarieke Godschalx-Bosman) en een arts (Tijs Stehmann, kinderarts in opleiding) het publiek terug naar hun realiteit van elke dag. De boodschap van elk van hen kwam overeen: betrek ons bij innovaties! Waarbij Scholten nog extra aandacht vroeg voor de druk op verpleegkundigen, die graag willen innoveren maar vaak hun handen al vol hebben aan het dagelijks werk. Ze deden een duidelijk oproep om meer lef te tonen. ‘Leven is meervoud van lef', gaf Annemarieke Godschalx-Bosman mee. Stehmann schetste de contouren van zijn ideale ziekenhuis waarin onder andere de bouwblokken plezier, vertrouwen en innovatie prominent aanwezig zijn.
World Café
De bestuurders bespraken de opgedane inzichten tijdens een zogenaamd ‘World Café’: aan verschillende tafels bogen ze zich over de vraag wat er moet gebeuren op landelijk, regionaal of lokaal niveau. Het landelijke lijstje was het langst. De urgentie voelen, werd onder meer genoemd. Centrale regie vanuit de overheid, standaardisatie, geen marktwerking meer en één toegang voor de patiënt waren andere items die naar voren kwamen.
Geen eigen keuzes
Op regionaal niveau zou het vooral moeten gaan om samenwerking in verschillende vormen en het loslaten van autonomie. En ‘… in Duitsland, is alles op deelstaatniveau geregeld. Nordrhein Westfalen is zo groot als Nederland. Ergo, Nederland is eigenlijk een regio.’ Ook op ziekenhuisniveau ging het vooral om het belang van samenwerking en niet alles meer zelf willen doen. ‘Op ziekenhuisniveau doen we niets meer. Geen eigen keuzes.’ ‘Autonomie inleveren en vertrouwen creëren.’ ‘Regionaal contracteren met zorgverzekeraar, niet individueel.’ Ook bleken bestuurders zich zeer bewust van hun verantwoordelijkheid voor de digitale fitheid van medewerkers.
De uitkomsten van het inspiratie-event worden meegenomen door de BAC (Bestuursadviescommissie) Informatiebeleid bij het opstellen van een routekaart. Dat gebeurde meteen al de volgende dag: voor BAC-leden was het een tweedaagse bijeenkomst. Centraal daarin waren de IZA-doelstellingen op het gebied van digitalisering, maar ook de vraag: hoe geven we als NVZ hier verdere invulling aan en hoe kunnen we de NVZ-leden ondersteunen in het realiseren hiervan.