Hoe versterk je digitale vaardigheden en veranderkracht?

Nieuws

Digitaal vaardige medewerkers zijn onmisbaar om de transitie van de zorg mogelijk te maken. De NVZ zet zich hier in het licht van het IZA al geruime tijd voor in met een mix van informatie en inspiratie: bijeenkomsten, webinars, goede voorbeelden, documentatie en een kennisnetgroep. Onlangs kreeg deze inzet een inhoudelijke verdieping tijdens de werkconferentie ‘Versterken digitale vaardigheden en veranderkracht’.

DV 2 aprl 1

De bijeenkomst was opgezet voor iedereen die zich bezighoudt met leren en ontwikkelen en werkzaam is bij leden van NVZ, NFU of ZKN. Rond de 60 deelnemers woonden het programma in Kontakt der Kontinenten in Soesterberg bij. Onder hen waren managers HR en Opleiden, een CMIO en CNIO's, adviseurs leren & ontwikkelen, een doktersassistent, projectleiders digitale zorg, een projectmanager Iedereen digivaardig, een management trainee digitale vaardigheden, stafadviseurs digitalisering, een HR-businesspartner, beleidsadviseurs en operationeel managers. Een breed palet aan functies dus, waaruit direct blijkt dat het versterken van digitale vaardigheden van medewerkers niet binnen één afdeling thuishoort: het gaat iedereen in de zorginstelling aan.

De deelnemers konden hun hart ophalen aan de gedegen presentaties van 2 experts: Martijn Aslander en Eveline Wouters. Na elke presentatie gingen de deelnemers met hun tafelgenoten in gesprek over wat er was verteld. Vragen die centraal stonden: wat doe je nu al op dit gebied? Waar kun je morgen mee aan de slag? Wat heb je daarvoor nodig? Dat leverde verhelderende inzichten op.

Afbeelding
Martijn Aslander

Digitale fitheid

Martijn Aslander noemt zich technologiefilosoof. Hij is oprichter van de stichting Digitale Fitheid en bedenker van de bekende hashtag #dtv. Aslander is een man met een missie: de wereld digitaal fitter maken. “Jullie zijn informatiewerkers. Het wonderlijke: informatie verwerken heeft niemand ons ooit geleerd. We doen maar wat. Videobellen is de grootste cognitieve aanslag aller tijden; een misdaad. De computer zou ons leven leuker en makkelijker maken, maar eigenlijk kun je er maar beter zoveel mogelijk uit de buurt blijven. Hoe krijg je meer gedaan in minder tijd?”

"Eigenlijk houden we niet van veranderen, want dat kost 8x meer energie dan alles laten zoals het is. Leren en veranderen gebeurt het beste als je het zelf doet en als je het herhaalt”, stelde Aslander. Als hulpmiddel heeft hij een framework voor digitale fitheid met 5 pijlers gemaakt, te vinden op Digitale Fitheid. Dit model geldt voor ieder die meer dan 4,5 uur per dag achter het beeldscherm zit. “Die hoeveelheid tijd is de tijd die een kenniswerker maximaal per dag aan energie kan leveren om het werk te doen. Deels in de ochtend, deels in de middag. Wij denken nog vanuit werken met de handen wat je de hele dag door kunt doen. De gedachte ‘meer schermtijd is meer productiviteit’ klopt niet. Je kunt hoofd- en bijzaken niet meer onderscheiden. Daar gaat de jongere generatie beter mee om dan ouderen, zij kiezen eerder voor maximaal 4 dagen per week werken en maximaal 5 uur per dag. We zijn niet gemaakt voor beeldschermen!”

Afbeelding
DV 2 april 2

Technologie is mensenwerk

In de tweede presentatie kregen de deelnemers inzicht in de factoren die bijdragen aan de acceptatie en implementatie van digitale technologie door zorgmedewerkers. Eveline Wouters van de Universiteit Tilburg belichtte verschillende theoretische modellen. 

Wouters besprak onder andere het ‘Technologie acceptatie model’ (TAM, technology acceptance model). Dat gaat over de vraag: vinden mensen het nuttig en is het makkelijk in het gebruik? Zo ja, dan draagt dat bij aan hun houding ten opzichte van gebruik, de intentie tot gebruik en het feitelijk gebruik. Bij acceptatie spelen ook social influencers een rol, evenals de vraag of de innovatie verplicht of vrijwillig is, wat het kost, hoe gewoon het inmiddels is (zoals een mobieltje) en of er sprake is van een zogeheten ‘hedonic motivation’: is het een ‘leuk ding om te zien’, of stigmatiserend zoals een hulpknop aan een ketting. “Waar je wel rekening mee moet houden als je technologie wilt opschalen: je kunt wel van elkaar leren, maar de situatie is nooit overal precies hetzelfde."

COMB-B-model

Een ander model dat helpt om te begrijpen waarom mensen iets doen, is het COM-B model. Dat gaat ervan uit dat een combinatie van kunnen (Capability), gelegenheid hebben (Opportunity) en motivatie (Motivation) leidt tot gedrag (Behaviour). Neem als voorbeeld een oudere die niets met technologie heeft en in het verpleeghuis komt te wonen. Ten tijde van corona was er geen contact met familie mogelijk, behalve dan via een mobieltje. Dit kan de trigger zijn om toch gebruik te maken van een mobieltje (opportunity, gelegenheid). 

Afbeelding
DV 2 april 3

Met elke groep moet de technologische verandering vooraf goed worden afgestemd. Een theorie die daarover gaat, is de Normalisation Process Theory. Dit model gaat uit van 4 constructen: snapt iedereen het nut ervan, hoelang blijven mensen hiermee bezig, wat gebeurt er aan collectieve actie (helpdesk, tijd om te leren) en is er reflectie/monitoring: terugkijken hoe de innovatie is gegaan? Dat laatste wordt heel weinig gedaan, constateert Eveline Wouters. 

Interesse in dit onderwerp? Volg de Kennisnet-groep 

Op het NVZ-kennisnet vind je de Kennisnet-groep Digitale vaardigheden. Met nieuws, agenda, prikbord, vraag & antwoord en documenten. 

Ga naar Home | NVZ-Kennisnet en log in met naam en wachtwoord (alleen voor NVZ-leden). Zoek op Digitale vaardigheden en meld je aan voor de Kennisnet-groep. Daar staat ook een uitgebreide versie van bovenstaand artikel, met de presentaties van Aslander en Wouters. 

Lees meer over