Bestuurder Mark Janssen: "Stel eisen aan EPD-leveranciers"

Nieuws

De digitale uitwisseling van gegevens in de zorg kan veel beter, stelt Mark Janssen, lid raad van bestuur van het Radboudumc. Volgens hem is het van belang dat er landelijke afspraken en een basisarchitectuur komen, en mag VWS best eisen aan EPD-leveranciers stellen. Dat zegt hij in een nieuwe aflevering van de VIPP 5-podcast.

Mark Janssen is sinds 15 maart 2020 lid van de raad van bestuur van Radboudumc en Chief Financial Officer (CFO). Daarvoor was hij sinds 2014 lid van de raad van bestuur van Franciscus Gasthuis & Vlietland. Bij beide ziekenhuizen zat ICT in zijn portefeuille. Voor 2014 heeft hij onder meer gewerkt als bestuurder van een instelling voor langdurige zorg.

Janssen memoreert de discussie rond het landelijke elektronisch patiëntendossier (EPD), dat de Eerste Kamer in 2011 afschoot. ‘Op onderdelen denk ik dat het EPD had kunnen helpen bij digitale gegevensuitwisseling.’ Tegelijkertijd stelt hij dat er toen al gekozen had kunnen worden voor een landelijke infrastructuur, op basis van internationale standaarden. "Dan maakt het niet uit of er 1, 2 of 10 EPD’s zijn. Als ze maar met elkaar kunnen uitwisselen. Dat is de essentie."

De schouders eronder

Namens NFU zit Janssen in het Informatieberaad, waarin het ministerie van VWS overlegt over de uitwisseling van gegevens in de zorg met brancheorganisaties in de zorg en met Zorgverzekeraars Nederland. Soms klinkt er een roep vanuit de zorg om meer regie van VWS op het dossier gegevensuitwisseling. Hij vindt het goed dat er op onderdelen regie komt waarin de betrokken organisaties moeten samenwerken, zoals de visie, de architectuur en de road map – dus: hoe wordt het uitgevoerd. "Vervolgens moet VWS belangrijke onderdelen gewoon aan de sector overlaten."
Janssen vindt het goed dat er subsidieprogramma’s zijn voor digitalisering in de zorg: "Het VIPP 5-programma helpt wel als het gaat om de digitale gegevensuitwisseling." Tegelijkertijd vindt hij dat er aan het begin van VIPP 5 meer had moeten worden nagedacht over onderwerpen als een nationale standaard, basisarchitectuur of de eisen aan leveranciers, zodat de uitwisseling veel beter tot stand kan komen. De knelpunten en belemmeringen pakken de betrokkenen gaandeweg de VIPP-programma’s aan.

Meer druk in plaats van geld

In een gesprek met Ron Rozendaal, voormalig directeur Informatiebeleid en chief information officer bij het ministerie van VWS, zei Janssen het van de gekke te vinden dat er subsidies en stimuleringsmaatregelen nodig zijn om digitale transformatie te bewerkstelligen. Hij opperde zelfs dat er misschien meer druk in plaats van meer geld van de overheid nodig zou zijn om de versnelling te realiseren. "Ik zei het enerzijds om te prikkelen, maar ik vind ook echt dat er veel subsidiepotten zijn", zegt Janssen lachend. "Je kunt soms door de bomen het bos niet meer zien." Volgens hem zeggen ziekenhuizen heel snel: door corona hebben we dingen niet kunnen doen. Hij wijst erop dat ziekenhuizen door corona een aantal dingen juist wel konden, zoals versneld digitaliseren. Als blijkt dat iets heus wel kan, mag de overheid best wat druk op de zorg leggen om te leveren, en niet zomaar extra geld of extra tijd te geven, stelt Janssen.

Integraal Zorgakkoord

Digitalisering wordt onderdeel van het Integraal Zorgakkoord (IZA), de opvolger van het Hoofdlijnenakkoord. In het IZA maken VWS en zorgsector afspraken over onder andere de financiering van de zorg. Janssen verwacht dat in het akkoord de punten gaan belanden die in zijn ogen belangrijk zijn voor digitale gegevensuitwisseling: de standaardisering, afspraken met leveranciers over eenduidigheid en de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen. 
Janssen ziet graag een zogeheten license to operate. Daarmee bedoelt hij dat er aan EPD-leveranciers die op de Nederlandse markt opereren, eisen moeten worden gesteld. "Dan moet je voldoen aan een aantal standaarden zodat gegevensuitwisseling eigenlijk geen discussie meer is." Als er vrij uitgewisseld kan worden, zal dat volgens hem leiden tot kostenverlaging. "Want we hebben in Nederland enorm veel geld uitgegeven, en doen dat nog steeds, aan digitalisering. Dat gaat naar leveranciers, heel hoge winsten, binnen Nederland maar ook in het buitenland. Dat is toch zorggeld van verzekeringnemers en belastingbetalers."

Lees meer over