Susanne van Vegten: “Vertrouwen en lef is nodig om gegevensuitwisseling samen te omarmen.”

Vergezicht

In dit Vergezicht spreken we met Susanne van Vegten, bestuursvoorzitter bij Merem Medische Revalidatie, waar zij inmiddels al bijna 9 jaar aan het roer staat. Daarnaast maakt Van Vegten deel uit van het NVZ-bestuur en heeft ze de portefeuille digitale transformatie in beheer. Vanuit beide rollen is Van Vegten gedreven en bevlogen om samen met alle zorgsectoren de zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden. Essentieel onderdeel daarbij is het standaardiseren van gegevensuitwisseling tussen sectoren, met eenzelfde taal binnen één digitale infrastructuur. Over dit onderwerp en meer vertelt ze in dit vraaggesprek.

Susanne van Vegten

Destijds koos Van Vegten heel bewust voor de overstap vanuit de commerciële wereld van Phillps consumer healthcare naar de zorg, zo vertelt ze. “Bij Philips zat ik al met zorgpartijen om tafel om te kijken hoe we het voor professionals makkelijker konden maken om capaciteit te verbeteren en de zorgvraag beter op te vangen. De complexiteit van dat vraagstuk en de beweging van de patiënt naar huis en die zelf verantwoordelijkheid geven over zijn eigen gezondheid, dat zorgde ervoor dat ik dit graag vanuit de zorg zelf vorm wilde geven. Echt van betekenis kunnen zijn en daar actief aan bij kunnen dragen!” 

Van Vegten kan haar kennis en ervaring vanuit Philips mooi inzetten voor revalidatiezorg. “Revalidatie zit op het snijvlak van ziekenhuis en thuis. Wij nemen de patiënt over vanuit het ziekenhuis met als doel om de patiënt zo snel mogelijk weer mee te laten doen in de maatschappij. De patiënt krijgt een ander leven thuis. Wij kijken op welke manier dit kan, met welke tools en middelen. En hoe je ervoor kan zorgen dat de patiënt zo snel mogelijk weer regie krijgt over zijn eigen gezondheid.”

Wat zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen waar de revalidatiezorg mee te maken heeft? En wat kan het antwoord daarop zijn?

“De zorg in zijn geheel staat voor een grote uitdaging om met mensen en middelen die voorhanden zijn de zorg toegankelijk te houden, nu en in de toekomst. Dat is voor de revalidatie niet anders. De transformatie waar we voor staan vraagt om extra investeringen in onder andere digitalisering en onze mensen. Daarnaast zijn ook investeringen nodig in zaken als verduurzaming, privacy, cybersecurity, wet- en regelgeving etc. Ook dat doet een beroep op onze mensen en middelen. De opeenstapeling hiervan kan niet gedragen worden vanuit het huidige bekostigingssysteem, daarom moeten we met elkaar keuzes maken en integraal samenwerken.

Om een voorbeeld te geven, voor de revalidatiezorg is het tarief door de NZa vastgesteld. Deze tarieven zijn niet veel meer dan de gemiddelde kostprijs die je als instelling drie jaar ervoor hebt gemaakt. Deze gemiddelde kostprijs wordt het maximale tarief waartegen je de zorg vandaag moet leveren. Deze tarieven zijn dan ook niet representatief, maar worden door verzekeraars wel gehanteerd als maximaal tarief. Vaak wordt hier nog korting over gevraagd ook. Dat geeft een aantal zorgen:

  • De kosten van drie jaar geleden zijn echt anders opgebouwd dan die van vandaag, zeker met de versnelling in digitalisering en duurzaamheid zijn deze niet representatief.
  • De tarieven houden geen rekening met versnelde toekomstige investeringen zoals in digitalisering, verbetering van huisvesting, verduurzaming, etc.
  • Ook is er geen rekening gehouden met een opslag voor risico’s waar je als instelling mee te maken hebt, zoals tegenvallers in onderhoud, mensen die ziek zijn en vervangen moeten worden om de zorg te kunnen blijven leveren.

Dit zorgt er voor dat revalidatie-instellingen onvoldoende mogelijkheid hebben om een spaarpotje op te bouwen voor investeringen die nodig zijn voor de huidige zorg en de zorg die transformeert naar de toekomst. Gevolg is dat er beknibbeld moet worden op uitgaven zoals opleiding, of uitstel van vervangingsmiddelen. Doordat revalidatie-instellingen relatief klein zijn ten opzichte van ziekenhuizen is de druk van al deze investeringen die gedaan moeten worden relatief hoog en drukt zo op zowel je cashflow als je resultaat.

Tab 1 Content
“Samen met alle zorgpartijen in de regio de zorg leveren, ik geloof in de beweging die is ingezet met Integraal zorgakkoord (IZA).”

Daarbij geloof ik heel erg in de beweging die nu met het Integraal zorgakkoord (IZA) wordt ingezet. We zullen gezamenlijk moeten kijken hoe we onze schaarse middelen het beste kunnen inzetten. Dit moeten we doen in de regio, samen met alle zorgpartijen. Het Integraal Zorgakkoord heet niet voor niets INTEGRAAL. De schotten tussen instellingen en zorgsectoren moeten doorbroken worden. Samen de zorg leveren in de regio, gebruik maken van elkaars capaciteit en faciliteiten, zoals gezamenlijke huisvesting, eerder patiënten van elkaar overnemen en ook capaciteit, kennis en innovaties op een goede manier met elkaar delen.

Maar doordat de financiering nog niet integraal is geregeld, is het lastig om dit ook goed voor elkaar te krijgen tussen zorginstellingen samen. Er zijn goede voorbeelden en lokale initiatieven, waarvoor de NZa ook innovatiebekostiging beschikbaar stelt. Maar dit is nog geen gegeven en blijft lastig opschaalbaar.”

Als NVZ-bestuurder heeft u Informatiebeleid en digitalisering in uw portefeuille. Momenteel een actueel thema met het uitvoeringsakkoord gegevensuitwisseling. Waarom is dit akkoord zo belangrijk voor de zorgsector?

“Eén van de belangrijkste punten waar we tegenaan lopen met elkaar in deze digitale transformatie is op een goede en veilige manier gegevens met elkaar delen. Niet alleen tussen ziekenhuizen maar juist ook met huisarts, ambulance, ouderenzorg, etc. Iedereen heeft intussen zijn eigen manier gevonden om gegevens te delen, deels digitaal, deels op papier of op welke andere manier dan ook. Het kost nog steeds veel tijd om te achterhalen wat de laatste gegevens zijn van de patiënt, zoals welke medicatie, wat voor allergieën en wat de laatste behandeling was. Met het uitvoeringsakkoord hebben we met alle zorgsectoren samen gezegd, we moeten keuzes maken, we gaan voor één digitale infrastructuur waarover we data en gegevens met elkaar delen. We maken afspraken welke data dit zijn en hoe we dit opschrijven (eenheid van taal). En we kiezen één oplossing hoe we deze data beschermen zodat we weten dat de patiënt toestemming heeft gegeven, de dokter dit mag inzien, bij wie deze data vandaan komen, etc.

Samen met alle zorgsectoren hebben we ervoor gekozen om CumuluZ te omarmen als de start van deze beweging. Met CumuluZ werken we toe naar data ontsluiten, data integreren en data beschikbaar maken voor zowel patiënt als zorgverlener.  

Nu moeten we met elkaar bepalen hoe we van de huidige situatie naar deze gewenste situatie komen, die stip op de horizon van één digitale infrastructuur. Dat betekent dat we met elkaar in proeftuinen moeten testen op welke manier we over alle zorgsectoren heen deze data kunnen uitwisselen. Hoe borgen we een technisch solide architectuur voor alle zorgsectoren. Want iedereen heeft geïnvesteerd in ‘zijn oplossing’ die werkt, maar alle oplossingen samen bij elkaar werken niet. Dit betekent dat we samen keuzes moeten maken en als gevolg kan hebben dat we sommige investeringen niet meer doen of overzetten naar een keuze die we samen maken. Om dit te kunnen realiseren is vertrouwen en lef nodig. En een lange adem. Want de Nationale Visie en Strategie waarin VWS ook het beleid heeft neergelegd om te komen tot één digitale infrastructuur, is een meerjarig traject en uiteindelijk een publieke voorziening die met coalitiegelden wordt uitgevoerd en circa 3 periodes van 4 jaar in beslag neemt. Veel langer dus dan de 4-jarige looptijd van het IZA.”

“Met het uitvoeringsakkoord hebben we met alle zorgsectoren samen gezegd, we moeten keuzes maken, we gaan voor één digitale infrastructuur waarover we data met elkaar delen.”

In maart wordt het Platform Transformatie naar digitale zorg en ondersteuning officieel gelanceerd onder de naam ‘Digizo.nu’. Hoe draagt dit platform bij aan de opschaling en versnelling van digitale en hybride processen binnen de zorg en ondersteuning?

Digizo.nu is een platform waar we best practices voor hybride zorg met elkaar uitwisselen. Daarbij hanteren we criteria als hoe helpt het de patiënt, hoe verhoogt het de capaciteit of zorgt het voor verlaging van de zorgvraag. Dit wordt getoetst en vervolgens wordt bepaald of het ook opgeschaald kan worden. Er zijn al veel mooie initiatieven om de zorg met digitale hulpmiddelen te verbeteren. Bijvoorbeeld met thuismonitoring waardoor er meer eigen verantwoordelijkheid bij de patiënt ligt en geleerd wordt van resultaten. Door deze initiatieven te verzamelen op een platform en samen te bepalen welke best practices we kunnen opschalen voor iedereen, in plaats dat iedereen zelf opnieuw het wiel uitvindt, kunnen we versnellen en standaardiseren.”

Genoeg ambities voor de zorgsector. Maar wat zijn uw ambities als bestuurder bij Merem Medische Revalidatie, en bij de NVZ?

“Vanuit Merem hebben we de ambitie om de meest persoonlijke hybride revalidatiezorg te bieden voor onze patiënten in Nederland. Dit kan door digitale toepassingen als integraal onderdeel te gebruiken binnen het hele revalidatietraject. Hierdoor went de patiënt al bij de start van de behandeling aan digitale zorgondersteuning en kan dit daarna thuis ook makkelijker worden volgehouden. Zo vinden we samen met de patiënt de best passende manier om weer mee te kunnen doen. Want dat is waar het uiteindelijk om draait.

Door mijn rol binnen de NVZ heb ik meer zicht gekregen op alle (digitale) initiatieven die al lopen of geïmplementeerd zijn. Dus ‘proudly copied elsewhere’ is binnen Merem ook zeker een thema om de digitale transformatie te versnellen. Door open te staan voor best practices en deze in te voeren houden we onze organisatie flexibel om mee te bewegen met de nieuwe toekomst van zorg.

Vanuit de NVZ is het mijn ambitie om samen met alle zorgsectoren de gegevensuitwisseling te versnellen en te standaardiseren. Dit kunnen we alleen maar samen doen.”

Tab 1 Content
“Gegevensuitwisseling versnellen en standaardiseren kan alleen als we het echt samen met alle zorgsectoren doen.”

U gaf al aan erg te geloven in de kansen die het IZA biedt. Hoe kijkt u naar die kansen, maar ook, wat zijn de valkuilen?

“Samen de zorg anders vormgeven zodat we de zorg naar de toekomst toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit houden. Deze bedoeling van het IZA moeten we steeds goed voor ogen houden als we met elkaar praten. Er zijn genoeg kansen en digitalisering kan daarbij zeker helpen.

De valkuilen zitten meer aan de ‘softe kant’. Hebben we vertrouwen in elkaar, begrijpen we elkaar en willen we hetzelfde? Als we allemaal hetzelfde willen zullen we elkaar ook comfort moeten geven om de doelen uit het IZA te realiseren. Soms staat het maatschappelijk belang het organisatiebelang in de weg. Dat gesprek moet eerst gevoerd worden voordat we kunnen veranderen. De zorg echt integreren, zonder schotten en echt samen. Daarvoor zijn open en eerlijke gesprekken nodig en moet er vertrouwen zijn tussen álle IZA partijen. Dan is er een goede balans te vinden, ook met de dubbele pet die je als bestuurder hebt om enerzijds je maatschappelijke rol te pakken en anderzijds de continuïteit van je zorginstelling te borgen.”

Tab 1 Content
“We moeten de eigenlijke bedoeling van het IZA steeds goed voor ogen blijven houden als we met elkaar praten.”

Hoe ziet u de toekomst van de medisch specialistische revalidatiezorg in Nederland en welke oproep zou u in dat licht aan de Nederlandse politiek willen doen? 

“Revalidatiezorg doet ertoe! Revalidatieprofessionals kijken samen met de patiënt hoe hij weer een betekenisvol leven kan oppakken ondanks de beperking. Weer mee kunnen doen is waar het om gaat. Als mensen weer onderdeel uit gaan maken van de maatschappij, in het werk, de buurt, het gezin, met vrienden, dan is er motivatie om te blijven oefenen en mee te blijven doen. Dit helpt in positieve gezondheid, weer terug naar werk te gaan etc. Dit kan alleen dichtbij huis met hulp van eigen omgeving, familie en vrienden. Want herstel gaat thuis sneller. Revalidatiezorg is spin in het regioweb, met aan de ene kant contacten met het ziekenhuis om patiënten snel over te nemen en aan de andere kant de thuissituatie, thuiszorg, huisarts, sociaal domein om mensen te helpen weer mee te kunnen doen.

Tab 1 Content
“Zet het belang van revalidatie en preventie bovenaan om de zorgvraag te verminderen.”

De World Health Organisation (WHO) heeft een call for action geschreven om het belang van revalidatie bovenaan te zetten. En dat is niet voor niets! ‘In het ziekenhuis lappen ze je op, maar met revalidatiezorg word je beter’, zei een patiënt ooit tegen me. En dat is maar wat waar! Revalidatie werkt vanuit een interdisciplinaire setting om te zien hoe een patiënt weer kan deelnemen in de maatschappij. Meedoen! Dit zorgt voor een betekenisvol leven, sneller herstel, motivatie om vooruit te blijven gaan en vanuit positieve gezondheid verder te gaan. De patiënt is zelf in de regie en de zorgvraag vermindert. Zo helpt revalidatie niet alleen na afloop van een trauma of ernstig letsel, maar ook vooraf ter voorbereiding op een operatie zodat je erna ook sneller herstelt. In de revalidatie kijken we van nature al vanuit preventie. Hoe kan het wel en hoe blijf je meedoen in de maatschappij? Preventie zou breder ingezet moeten worden om de zorgvraag te verminderen en meer in te zetten op positieve gezondheid.”