Niels Honig: "Als zorgprofessional ervaar je elke dag dat je een positief verschil kan maken"

Nieuws
Vergezicht

In dit Vergezicht gaat bestuurder Niels Honig in op uitdagingen bij het thema arbeidsmarkt, zoals skillsgericht werven, ontregelen, sociaal veilig werken en informele zorg. Honig is voorzitter van de raad van bestuur van Franciscus en werkt er inmiddels vijf jaar met veel plezier. Naast deze rol vervult hij meerdere bestuurdersrollen, zoals bestuursvoorzitter van samenwerkingsverband deRotterdamseZorg: 42 zorg- en onderwijsorganisaties die samenwerken aan een gezonde arbeidsmarkt in zorg en welzijn in de regio Rotterdam Rijnmond.

Niels Honig bestuurder Franciscus

Waarom is werken in de zorg het mooiste werk dat er is?

Volgens Honig is werken in de zorg het mooiste werk dat er is, vanwege de gelijkwaardigheid tussen mensen en de grote verantwoordelijkheid die zorgprofessionals dragen. Werken in de zorg gaat gepaard met een enorme verantwoordelijkheid voor patiënten die vaak in een kwetsbare periode in hun leven verkeren", vertelt Honig. "Soms hele mooie momenten, maar soms ook hele verdrietige, en als professional kun je echt elke dag ervaren dat je een positief verschil kan maken." Deze verantwoordelijkheid geeft volgens hem veel betekenis en voldoening aan het werk, ondanks dat het soms zwaar kan zijn.

“We moeten ook blijven uitleggen hoe mooi het werk in de zorg is, hoe zinvol en betekenisvol het is”

Honig vindt dat we naast alle aandacht die er is voor onderwerpen zoals de hoge werkdruk, de salariering en de groeiende agressie in de zorg, ook moeten blijven uitleggen ‘hoe mooi het werk in de zorg is, hoe zinvol en betekenisvol het is’.

Wat draagt Franciscus bij aan het verlagen van de administratieve lasten?

“Veel, vooral door bewustzijn te creëren over of alles wat wij doen wel nodig is of dat het ook anders zou kunnen. We hebben een programma voor (ont)regel de zorg, waarbij collega's heel praktisch meedenken over de vraag ‘Wat zouden we niet meer hoeven doen?’. En we zijn gestart met een uitgebreid programma over toepassing van AI. Dat is natuurlijk ook wel een beetje een hip thema, maar wij geloven erin dat AI ons op termijn wel degelijk heel goed kan helpen om een deel van de huidige administratie sterk te verminderen. We zetten nu vooral in op AI-geletterdheid: zijn onze collega's in staat om met de toepassing van AI in de praktijk om te gaan?”

Honig vertelt dat AI-toepassingen zoals BSN-checks, spraak-naar-tekst en AI bij het verminderen van no-show en het opsporen van botbreuken nog in de beginfase zijn. “We werken er hard aan dat AI onderdeel gaat uitmaken van de normale zorgpraktijk. Bij al dit soort ontwikkelingen hebben wij heel hard de professionals zelf nodig.”

“Top-down benaderingen zijn niet effectief en betrokkenheid van zorgprofessionals is cruciaal”

Franciscus creëert een cultuur waarin zorgprofessionals zich uitgenodigd voelen om verbeteringen door te voeren en zeggenschap en autonomie te ervaren. Dit is niet alleen belangrijk voor administratieve taken of AI, maar voor de gehele organisatieontwikkeling. “We werken hier op alle niveaus duaal,” zegt Honig, “dus op bestuursniveau werken wij duaal, met het bestuur van de verpleegkundigen en het bestuur van de artsen.”

Het ziekenhuis werkt met meer dan 70 regieverpleegkundigen, die verantwoordelijk zijn voor het doorvoeren van verbeteringen in de directe zorg. “Top-down benaderingen zijn hierbij niet effectief en betrokkenheid van zorgprofessionals is cruciaal.”

Hoe werkt Franciscus aan een sociaal veilig werkklimaat?

“Dit is bij ons een speerpunt in het jaarplan. We besteden er op veel manieren aandacht aan, zoals het bespreekbaar maken van sociale veiligheid en het inzetten van vertrouwenspersonen. Daarnaast hanteren we systemen voor het melden van grensoverschrijdend gedrag, pesten, intimidatie en discriminatie.”

Met het uitbreiden van peer supportteams maximaliseert Franciscus laagdrempeligheid: "We vinden het onze dagelijkse taak om ervoor te zorgen dat als dat speelt op welke manier en op welk niveau dan ook in de organisatie, dat het naar boven komt."

Wel is er volgens Honig nog veel te doen op het gebied van inclusie, diversiteit en institutioneel racisme. "We zeggen ‘we zijn een toegankelijke en open organisatie en iedereen mag bij ons zijn wie die is’. Maar hebben we dat nou ook echt helemaal vertaald in de procedures die we daarvoor hebben, van sollicitatieprocedure tot wie mag er in opleiding en wie niet? Ik vind dat we daar nog belangrijke stappen in te zetten hebben.

“Als je dag in dag uit ervaart dat je net niet hebt kunnen leveren wat je wilde leveren, dan leidt dat tot morele stress en zelfs tot verzuim”

Daarnaast besteden we aandacht aan de werkdruk en de morele stress die professionals kunnen ervaren. Als je dag in dag uit ervaart dat je net niet hebt kunnen leveren wat je wilde leveren, dan leidt dat tot morele stress en dus ook tot verzuim en zelfs uitval of uitstroom. Daarom heeft het ziekenhuis een ethicus aangesteld en collega's opgeleid tot gespreksleiders voor een moreel beraad. Daarbij spreken teams met elkaar en staan ze stil en denken na over de betekenis van wat ze ervaren. Het is aanvullend op alles wat we doen, maar het is wel nu nodig om ook vanuit beleid en zorguitvoering een beter begrip te krijgen over wat de betekenis ervan is als jij tijdens schaarste in de zorg werkt."

Wat is uw visie op informele zorg?

Opname in het ziekenhuis betekent niet een vanzelfsprekende en noodzakelijke onderbreking van de betrokkenheid van de mantelzorger. “Het gesprek met de mantelzorger en patiënt over de betrokkenheid bij de zorgverlening vraagt om specifieke competenties. Wij hebben een actieve werkgroep mantelzorgparticipatie. Zij ontwikkelen beleid en helpen collega’s op klinische afdelingen bij vragen over de samenwerking met mantelzorgers. 

Sinds een jaar hebben wij een prachtig nieuw simulatiecentrum. Dit centrum bestaat uit 14 kamers die elke ziekenhuissituatie kunnen simuleren, met levensechte poppen en hologrammen. Hier trainen onze collega’s alle voorkomende situaties in het ziekenhuis. In het simulatiecentrum creëren we een veilige omgeving met collega's in een opleidingssituatie zonder echte patiënten. Dat draagt bij aan het krijgen van vertrouwen in je eigen kunnen en in je eigen expertise.” 

“Eigen regie en zelfstandigheid bevorderen je herstel na een ziekenhuisopname”

Franciscus heeft de ambitie om dit simulatiecentrum niet alleen voor de eigen collega’s en studenten te gebruiken, maar ook te delen met andere zorgorganisaties en om mantelzorgers te helpen bij het aanleren van vaardigheden. Als je sneller naar huis kunt omdat je samen geleerd hebt om een handeling te verrichten, dan is de kans dat het thuis goed gaat groter. Eigen regie en zelfstandigheid bevorderen ook je herstel na een ziekenhuisopname.”

Hoe gaat Franciscus om met de beweging naar meer skillsgericht werven?

“Om mensen met deelcertificaten of met skillsgerichte vaardigheden in te zetten in de zorg is nog best ingewikkeld, want ons traditionele functiehuis is daar niet op gebaseerd. Dat roept bijvoorbeeld vragen op over de beloning. Verdient iemand die als zij-instomer op basis van deelcertificaten werkt hetzelfde als een radiodiagnostisch laborant die 3 jaar naar school is geweest? De eerste zou zeggen ‘ik heb al een loopbaan achter de rug en wil die keuze wel maken, maar niet voor een minimumloon’ en de tweede zou zeggen ‘maar ik heb die hele opleiding gedaan en jij hebt geen ervaring’. Dus dat kraakt en schuurt nu nog, maar dat geeft niet. 
Ik denk dat skillsgericht werven en werken een fantastisch nieuw potentieel is dat we ook gewoon nodig hebben”. Honig vindt het een hele goede ontwikkeling en denkt dat het ook nodig is om het werken in de zorg aantrekkelijk te maken en te houden. “Ook onderwijsvernieuwing hoort daarbij. Samen met het mbo en hbo werken wij daar hard aan en brengen wij onderwijs en de praktijk nog dichter op elkaar. Het simulatieonderwijs, de samenwerking op het ZIC (zorg- en innovatiecentrum), de traineeprogramma’s en het lectoraat met de Hogeschool Rotterdam zijn daar mooie voorbeelden van.” 

Franciscus maakt deel uit van het samenwerkingsverband ‘deRotterdamseZorg’. Wat maakt deze samenwerking tot een succes? 

“We werken in dit verband heel goed samen aan een gezonde arbeidsmarkt”, vertelt Honig. “We maken de verbinding tussen alle betrokken organisaties op het gebied van werven & toeleiden, leren & ontwikkelen en modern werken & behouden. Vanuit deRotterdamseZorg hebben wij veel inzicht in de arbeidsmarktprognoses en werken wij samen aan vaak innovatieve projecten. Zo zijn er programma's ontwikkeld om jonge professionals meer aan de hand mee te nemen in de eerste fase van hun loopbaan en worden organisaties en individuele professionals geholpen zich te oriënteren op een ander deel van de zorg als het werk dat ze doen te zwaar wordt of minder voldoening geeft.

“De volgende uitdaging is nadenken over hoe we gezamenlijk en regionaal het imago van de zorg tot speerpunt kunnen maken”

We lopen binnen het samenwerkingsverband ook samen op in het voorkomen van schijnzelfstandigheid, door de uitwisseling van kennis en ideeën hierover. En we denken na over kansen en mogelijkheden van regionaal werkgeverschap: wat betekent dat en hoe doe je dat? Ik denk dat we onze energie en creativiteit op dit soort ontwikkelingen moeten inzetten. Veel meer dan dat we nóg meer gaan doen van wat we al deden.” Als voorbeeld noemt Honig werving en selectie vanuit de regio: “Dat is vaak aanvullend op elkaar, je staat zij aan zij met kraampjes van andere zorginstellingen op een wervingsdag. Kun je dan niet beter gezamenlijk inspannen in plaats van allemaal nog harder te vissen in dezelfde vijver?

“We moeten zorgen dat we met elkaar de koek groter maken in plaats van te komen tot een zo’n eerlijk mogelijke verdeling van de koek die steeds kleiner wordt”

Ik denk dat wij met elkaar die verbinding in onze regio heel goed hebben en dat we de afgelopen jaren heel goed in staat zijn geweest om elkaar daarin te versterken. De volgende uitdaging is nadenken over hoe we gezamenlijk en regionaal het imago van de zorg tot speerpunt kunnen maken. Dus niet, is het Franciscus gelukt om haar vacatures te vullen? Want dan heb ik mij een groter deel van de koek toegeëigend en die mensen dus weggehaald bij mijn collega’s. We moeten zorgen dat we met elkaar de koek groter maken in plaats van te komen tot een zo’n eerlijk mogelijke verdeling van de koek die steeds kleiner wordt. Het zou natuurlijk prachtig zijn als iemand die weggaat bij Franciscus omdat die hier is uitgekeken, niet de zorgdeur achter zich dichttrekt maar bij een andere zorgorganisatie aan de slag gaat. Ik denk dat we dat komende jaren echt nog te winnen hebben. Niet vanuit een negatief oordeel over wat we nu doen, maar eigenlijk meer als een ambitie om de samenwerking nog verder uit te bouwen. En ik denk dat we dat kunnen, juist in onze regio.”

Wat het samenwerkingsverband onder andere tot een succes maakt zit hem volgens Honig in het bureau van het samenwerkingsverband. “Daar zit een club heel gemotiveerde, enthousiaste mensen die ook heel goed weten wat er in de arbeidsmarkt speelt en een goede analyse kunnen maken voor de komende jaren. Zij weten ook waar de best practices zitten van alle organisaties. Zij werken niet onder een vlag van een organisatie, maar in het belang van het grotere geheel, spreken de taal van de professionals én van de beleidsmakers en maken creatieve en duurzame verbindingen.”

Wat heeft de Arbeidsmarkt nodig? Wat zijn de grootste uitdagingen hierbij?

Naast het creëren van een positief imago van de zorg, vindt Honig een van de uitdagingen het dichten van de loonkloof: “Dat moeten we oplossen, want daarmee vullen we een randvoorwaarde in om werken in de zorg aantrekkelijk te maken. Mensen werken waarschijnlijk niet vanwege het salaris in de zorg, maar de beloningsachterstand van de zorg ten opzichte van de marktsector en het overgrote deel van de rest van de publieke sector is onacceptabel. 

“Je moet echt op zoek gaan naar waar het schuurt”

Creatief zijn in oplossingen die anders zijn dan men gewend is, vraagt volgens Honig wel om een andere vorm van leiderschap. “We moeten durven uitspreken ‘ik weet het niet, maar ben wel geïnteresseerd in hoe jij daarnaar kijkt’. Je moet echt op zoek gaan naar waar het schuurt. In de praktijk en in gesprek met professionals. Want dan kom je tot nieuwe inzichten en oplossingen èn tot meer waardering voor elkaar. 

Binnen Franciscus werkt men aan veel grote en kleine oplossingen om het werk aantrekkelijk te maken en te houden. Voor de toekomst denkt Franciscus samen met de woningcorporatie aan het organiseren van huisvesting voor professionals in de omgeving van het ziekenhuis. “We hebben een kinderdagverblijf voor onze medewerkers en volgend jaar openen we een tweede die is afgestemd op dienstroosters en diensttijden. We maximaliseren de loopbaanperspectieven door meer combinatiebanen te maken. Dus dan werk je als verpleegkundige, maar bijvoorbeeld ook een dag in de week op de afdeling kwaliteit of binnen onze academie.

“We zien dit niet als dé oplossing, maar als een van de vele dingen die we proberen om samen tot iets goeds te komen”

In het kader van begrijpen we elkaar nou goed en voeren we het goede gesprek over waar het knelt en wat de oplossingen zijn, zijn wij al een paar jaar geleden gestart met stay-in gesprekken, afgeleid van de exitgesprekken. Hierbij bellen wij een aantal keer per jaar collega’s willekeurig op en vragen we ze hoe het werken bij Franciscus bevalt. Dat doen we met ongeveer 15 collega’s uit verschillende gelederen en in steeds wisselende samenstelling. Dat is hartstikke leuk om te doen. Ik begin het gesprek dan meestal met de vraag of iemand het naar zijn of haar zin heeft bij Franciscus en wat er beter kan of juist heel goed gaat. We krijgen er ongelooflijk veel waardevolle en uiteenlopende input uit over wat speelt in de organisatie. Denk aan dat er ergens geen prullenbak hangt tot iemand die een heel ander idee had over zijn loopbaan. We zien dit niet als dé oplossing, maar als één van de vele dingen die we proberen om samen tot iets goeds te komen.”

Wat kan de NVZ bijdragen aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt?

“De NVZ is een zeer professionele vereniging en van grote waarde voor de ziekenhuizen. De impact van de thema’s waar de NVZ zich op richt zijn groot. Voor de individuele ziekenhuizen én voor de gezondheidszorg in het algemeen. Dat kan alleen als je je goed verenigt. 

Bestuurders staan vaak en steeds vaker vol in de wind. Dan is het belangrijk de steun te ervaren van de NVZ. Ik denk dat de NVZ de legitimiteit van bestuurders om de noodzakelijke transities echt te realiseren, kan versterken door een grotere verbindende rol te vervullen tussen patiënten, ziekenhuizen en de maatschappij. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door concreter en explicieter een bijdrage te leveren aan het debat over wat schaarste betekent voor toegankelijkheid van ziekenhuiszorg. En over welke goede voorbeelden er zijn wat betreft de manier waarop ziekenhuizen hiermee omgaan.”

Lees meer over