We moeten van 'not invented here' naar 'proudly found elsewhere'

Aan het woord

Toenemende zorgbehoefte, knelpunten op de arbeidsmarkt, toegankelijke en betaalbare zorg, het aantrekkelijk houden van de zorg voor medewerkers. Klimaatverandering, die leidt tot extra druk op de zorg. Het zijn geen onbekende vraagstukken, waar het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) zijn strategie op heeft gebaseerd. Maar wel urgente. "Een van onze ambities is dan ook het bieden van waardevolle en zinnige zorg door hogere kwaliteit, met slimmere processen en lagere kosten. En daarin is digitale zorg essentieel." Dat vertelt Ale Houtsma, bestuursvoorzitter van CWZ. Hij is in gesprek met Karien van Gennip, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar VGZ. Samen praten ze over de transformatie waar de zorg voor staat, en over de rol van ziekenhuizen en verzekeraars daarin.

Goede zorg doen we samen - extra

Het gesprek vond plaats op 10 december 2021, voordat er sprake van was dat Van Gennip voorgedragen werd als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit artikel is het tweede in een serie van 3 interviews tussen een ziekenhuisbestuurder en een zorgverzekeraar.

Juiste moment

Houtsma vervolgt: "Als ik het over digitale zorg heb, gaat het niet alleen over beeldbellen. Het gaat bijvoorbeeld ook over telemonitoring, over het digitaal consulteren van medisch specialisten door huisartsen (teleconsult) en vooral over de mix van digitale en fysieke zorg. Zodat we de juiste zorg, op de juiste plek, op het juiste moment kunnen geven. Vooral dat laatste is heel belangrijk. Wat we veel zien is dat klachten verergeren bij chronische patiënten, die we niet aan zien komen. En die twee weken later tijdens het reguliere consult alweer weggezakt zijn. Met digitale zorg willen we juist aan de voorkant zitten. Zodat we de signalen aan zien komen en er op dat moment direct contact kan zijn tussen patiënt en specialist."

Draagt digitale zorg ook bij aan het te lijf gaan van klimaatverandering? Houtsma: "In Nederland worden jaarlijks 90 miljoen autokilometers gemaakt voor eerste polikliniekbezoeken." "Veel mensen realiseren zich dat inderdaad niet", vult Karien van Gennip aan. "Het scheelt ook stookkosten en kosten voor gebouwen. Leuk dat je daarover begint, Ale. Het komt nog niet vaak voor in de gesprekken met mensen uit de zorg, dat de klimaatuitdaging op tafel komt. Dat zouden we veel vaker op de agenda moeten zetten."

Patiëntrevolutie

De strategie van VGZ is gebaseerd op een aantal trends. Bij 2 daarvan speelt digitalisering een belangrijke rol. Van Gennip: "De eerste noemen wij de patiëntrevolutie. We zullen steeds meer processen rondom de patiënt moeten organiseren. Jij en ik worden als patiënt veeleisender omdat we dat in andere sectoren gewend zijn. In andere sectoren dan de zorg ben je gewend om 24/7 toegang te hebben tot data, dat die data van jou zijn en dat je transparant kunt vergelijken. Als ik een hypotheek afsluit dan kan ik op elk uur van de dag offertes aanvragen en die offertes gemakkelijk vergelijken. En ik heb één aanspreekpunt. Er komt een generatie aan – die is er eigenlijk al – die hieraan gewend is. Vandaar het idee van de patiëntrevolutie. Voor een deel zal die gedreven worden door patiëntenorganisaties, voor een deel door gemotiveerde bestuurders zoals Ale en voor een deel door buitenlandse investeerders. Die, zo zullen sommigen zeggen, de krenten uit de pap pikken, maar die in elk geval met ideeën komen die de patiëntrevolutie afdwingen. We zullen naar een omgeving gaan van ecosystemen en netwerken, digitaal en datagedreven, waarbij je steeds vaker de zorg naar de patiënt brengt in plaats van de patiënt naar de zorg. En daar speelt digitalisering een belangrijke rol in. Zorg zal altijd hybride blijven, het zal nooit helemaal digitaal gaan. Maar als je stukken van het patiëntenpad digitaal maakt, dan kun je dat pad veel toegankelijker houden voor ons allemaal. Soms is dat met een app waarmee je de intake voor een operatie digitaal kunt doen. Soms is dat zoiets als de Ik Herstel-app, helemaal aan het einde van de behandeling, bij het herstel. Soms met een videoconsult. Maar het gaat ook over het uitwisselen van data tussen zorgverleners en de vraag: welk zorgverlener kan deze zorg het beste bieden?"

Koffertje

"De tweede trend is om veel meer naar gezondheid te kijken in plaats van naar zorg. Daarbij speelt digitalisering ook een rol, vooral omdat je daarmee mensen eerder in hun leven kunt bereiken. Dan kun je ook eerder in het leven van een patiënt relevant worden, en niet pas op zijn 70ste in de spreekkamer. Digitaal kun je beter een community rondom een thema vormen. 'Keer diabetes om’ is hier een voorbeeld van. Maar ook mantelzorg is een thema, of gezond zwanger worden."

Van Gennip ziet dat er heel veel initiatieven zijn binnen ziekenhuizen, maar ook in huisartsenpraktijken, verpleeghuizen en thuiszorg om met digitalisering de zorg beter rondom de patiënt te organiseren. "Puntoplossingen", noemt ze die initiatieven. Die moeten elkaar versterken en uitgerold worden. "We moeten van ‘not invented here’ naar ‘proudly found elsewhere’. Om die mentaliteit te omarmen is een grote stap. Wij als zorginkopers zeggen steeds vaker: we willen graag jullie good practices ophalen en meehelpen die te ontwikkelen. Maar we bieden jullie ook een koffertje met meer dan 100 good practices uit andere organisaties. We verwachten dat jullie er een aantal uitkiezen, dat aantal verschilt per ziekenhuis, om in je eigen ziekenhuis te gaan uitrollen. Je mag zelf kiezen welke. Bij sommige zijn we wat sturender. Bijvoorbeeld bij de Ik Herstel-app. Daar zien we zoveel profijt van, die willen we graag bij iedereen introduceren."

Karien van Gennip en Ale Houtsma
Karien van Gennip en Ale Houtsma

Corona check-app

Houtsma denkt dat de omslag naar "proudly found elsewhere" al aan het ontstaan is. "We hebben zelf aan het begin van corona nagedacht over hoe we de instroom aan patiënten beter onder controle konden krijgen. Eigenlijk hadden we bij CWZ en het OLVG op hetzelfde moment het idee van een corona check-app. Bij het OLVG werd het sneller geïmplementeerd. Ik heb toen mijn collega Maurice van den Bosch van het OLVG gebeld en gevraagd: kunnen wij het overnemen? We hebben de aanpak helemaal gekopieerd en konden vervolgens als regiecentrum Oost-Nederland fungeren. Ook onder meer Medisch Spectrum Twente en het Catharinaziekenhuis hebben op ons regiecentrum meegelift. Ik vind dat een heel mooi voorbeeld. Er kan nog veel meer op dat punt. Er is wel echt een beweging ontstaan."

Ontdekkingsreis

In het vorige interview van deze serie zei David Jongen van het Zuyderland dat ziekenhuizen alleen nog maar meerjarencontracten met zorgverzekeraars moeten afsluiten. Is Houtsma het daarmee eens? "Dat onderschrijf ik helemaal. De transitie naar digitale zorg is een ontdekkingsreis. Die moet je voor een deel samen maken, als zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Je moet als zorgaanbieder de ruimte hebben om te onderzoeken wat werkt en wat niet werkt. Dat lukt niet in 1 jaar. Wij zijn al voor corona begonnen en hebben door corona een forse versnelling doorgemaakt. We hebben  nu 16 zorgpaden gedigitaliseerd, bij 10 specialismen. Dat is nog maar een fractie van het totaal van de zorg, en toch zijn wij een van de koplopers. Digitalisering kost tijd en energie en daarvoor móet je meerjarenafspraken maken."

Van Gennip: "Het is altijd een interessante discussie. Aan de ene kant wil je rust creëren zodat je een grote transformatie aankunt, aan de andere kant wil je ook niet vastzitten als er zich grote ontwikkelingen voordoen. Als digitale zorg ineens versnelt, of er ontstaat een nieuwe visie op acute zorg, of er zijn grote regionale ontwikkelingen, dan moet je die kunnen verwerken. Daar worstel ik zelf nog wel een beetje mee, want ik zie enorm de toegevoegde waarde van rust. Maar soms zijn er situaties waarin het handig is om maar voor 1 jaar afspraken te maken. Dat kan bijvoorbeeld in coronatijd zijn, of als er 2 ziekenhuizen in gesprek zijn over een fusie, dat zijn momenten waarin een meerjarenafspraak natuurlijk niet zo handig is. Maar je hebt altijd een balans."

Dakpannen

Houtsma: "Ik snap heel goed wat Karien zegt, en ben het daar ook mee eens; dat kun je goed oplossen door  te compartimenteren. Dus om voor bepaalde onderdelen van de zorg, bijvoorbeeld die digitale transitie, een langetermijnafspraak te maken en voor andere zorg, bijvoorbeeld zbc-achtige zorg, wat kortdurender afspraken." Van Gennip: "Daarin zijn we nog niet zo ver gevorderd. Het is nu alles of niets. Maar als we het idee van compartimenteren verder met elkaar ontwikkelen, kun je onderwerpen er uitpikken. Dan begin je dit jaar bijvoorbeeld met digitalisering en maak je afspraken voor 3 jaar, en het jaar erop pak je bijvoorbeeld regionale samenwerking. Dan hoef je die grote thema’s niet allemaal tegelijk voor de komende 3, 4 jaar vast te leggen maar dan kun je het een beetje ‘dakpannen’."

Een andere wens van Houtsma: meer congruentie in het gedrag van zorgverzekeraars. "Het is ingewikkeld als de perspectieven van zorgverzekeraars niet allemaal dezelfde kant uitwijzen. Congruentie is nog wel een uitdaging in het huidige stelsel." Volgens Van Gennip kunnen zorgaanbieders zelf daar ook sturing aan geven. "We zien dat wanneer een ziekenhuis met een heel duidelijke strategie komt, dan is die congruentie voor verzekeraars ook gemakkelijker. Dan weet je wat de hoofdlijnen van de strategie van het ziekenhuis zijn, en daar kun je dan als verzekeraar jouw accenten aan toevoegen. Bijvoorbeeld Zinnige Zorg, of digitalisering."

Digitaal abonnement

Bij digitale zorg gaan de kosten vaak voor de baten uit. Wat kunnen zorgverzekeraars doen om ziekenhuizen te helpen de transitie te bekostigen? Van Gennip: "Uiteindelijk ga je daar samen het gesprek over aan. We willen iets bereiken, hoe ga je dat financieren? Moeten we een soort pilot doen? Of als we weten dat de baten over 3 jaar een bepaald niveau hebben, kunnen we die dan naar voren halen? Ik verwacht wel dat er een andere prikkel komt, als het gaat om digitalisering. Dat er uiteindelijk een betaaltitel komt die uitgaat van ‘digitaal, tenzij…’. Het lastige is dat de bekostiging op dit moment juist leidt tot meer fysieke contacten. Maar als je de totale patiëntreis als één geheel ziet, in plaats van allemaal stapjes die apart betaald worden, dan krijg je een andere dynamiek. Dan zou je bijvoorbeeld tot een digitaal abonnement kunnen komen. Zo zijn er op het gebied van bekostiging een aantal ideeën die mee kunnen helpen om de transitie voor elkaar te krijgen."

Houtsma: "Het is belangrijk om naar de hele keten te kijken, niet alleen naar wat zich binnen  de muren van het ziekenhuis afspeelt. Ik zie ook heel veel in ketenfinanciering. Wel is het zo dat wij op dit moment nog in het huidige model werken. We hebben in CWZ bijvoorbeeld heel veel aan coronazorg gedaan, én aan reguliere zorg, én we hebben geïnvesteerd in de digitale transitie. Dan ontstaat er wel een flinterdunne marge. Terwijl wij heel zorgvuldig met de financiën omgaan. Dat baart mij wel zorgen. Want het is evident dat de kosten voor de baat uitgaan, en op de digitale zorgpaden is de businesscase absoluut nog niet positief. Dat is een vraagstuk waarover we echt met elkaar in gesprek moeten. Waarbij ik overigens van mening ben dat zorgaanbieder en zorgverzekeraar in deze transitie partners zijn. Het is geen onderhandeling met de zorgverzekeraar – er zitten natuurlijk ook onderhandelingsaspecten aan, ik wil het niet al te romantisch maken – maar het is een transitie die we met elkaar moeten maken. En dat kan niet met een zorgverzekeraar die alleen als financier aan de buitenkant staat."

Ecosysteem

Hoe verwachten Houtsma en Van Gennip dat het over 5 jaar met digitale zorg staat? Van Gennip: "Ik hoop dat we in het komende jaar, 2 jaar, met elkaar in de zorg een visie op 2030 ontwikkelen: zo vinden we dat Nederland op de kaart moet staan qua zorg. Dit vinden we over acute zorg, over specialistische oncologische zorg, over ouderenzorg, noem maar op. Dat je dan die visie vertaalt naar de regionale situaties en lokale uitdagingen en identificeert waar de transitieopgaven zitten. Dat kan digitalisering zijn, dat kan regionale samenwerking zijn. Op sommige plekken meer concentratie en op andere plekken juist meer spreiding van de zorg. En ik hoop dat we over 5 jaar die visie aan het uitvoeren zijn.

Ik denk ook dat we veel meer in een ecosysteem, in een netwerk zullen werken. Waarbij je voor die ene speciale knieoperatie van Maastricht naar Groningen rijdt om vervolgens in je eigen woonplaats met je lokale fysiotherapeut te revalideren. En dat die Groningse orthopeed op het scherm meekijkt als dat nodig is. Ik zou het heel mooi vinden als we de zorg echt buiten de muren van het ziekenhuis brengen. De zorg naar de patiënt in plaats van de patiënt naar de zorg."

Ideal

Houtsma: "Ik ben ervan overtuigd dat het ziekenhuis van de toekomst en het zorgsysteem van de toekomst er fundamenteel anders uitzien. Ik durf niet te zeggen of het 5, 10 of 15 jaar duurt, maar het zal echt een heel grote verandering zijn. Ik denk dat een ziekenhuis dan het gebouw is waar de complexe interventies worden gedaan. Dat specialisten, huisartsen en verpleegkundigen samenwerken, misschien zelfs binnen dezelfde organisatie, om de zorg dicht bij de patiënt te kunnen aanbieden in bijvoorbeeld wijkklinieken. En dat een deel van de zorg echt digitaal, in het huis van de patiënt, zal plaatshebben.

Ik denk dat digitale zorg daar enorm bij kan helpen. Een belangrijke andere component, zeker als het om digitale zorg gaat, is dat er samengewerkt zal worden over de regio’s tussen verschillende zorgaanbieders. Zoals de banken op enig moment ook zijn gaan samenwerken om Ideal te ontwikkelen. Dat moet in de zorg ook gebeuren."