"Sluit alleen nog maar meerjarencontracten af”

Aan het woord

“Een visie op digitale zorg? Die hebben we niet meer. Dat is de omslag: we hebben een visie op zórg, waarvan een gedeelte digitaal is.” Joep de Groot (links op de foto) is bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar CZ. Hij zit aan tafel – online – met David Jongen, bestuursvoorzitter van Zuyderland. Samen praten ze over de transformatie waar de zorg voor staat, en over de rol van ziekenhuizen en verzekeraars daarin. Dit artikel is het eerste in een serie van 3 interviews tussen een ziekenhuisbestuurder en een zorgverzekeraar.

Goede zorg doen we samen - extra

De Groot en Jongen zijn zeker geen onbekenden voor elkaar. Zuyderland en CZ sloten in 2019 een tienjaarscontract. Zo'n langdurige overeenkomst tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar is uniek in Nederland.

Minder patiënt

De Groot: “We zien 2 dingen. Omdat patiënten gebruik maken van digitale zorg en meer zelf de regie houden, kunnen ze op een nog betere manier geholpen worden. We horen van patiënten: ik voel me minder patiënt, want ik hoef minder naar het ziekenhuis. Ten tweede is er het arbeidsmarktprobleem. Er zijn over de hele linie tekorten, vooral als het gaat om verpleegkundigen. Digitale zorg kan ons helpen om de fysieke zorg te ontlasten, waardoor die overeind blijft voor patiënten die deze fysieke zorg wél nodig hebben.”

“Onze strategie gaat uit van de beste zorg, zo thuis mogelijk”, vertelt Jongen. “We willen de groei van de zorg afbuigen en genoeg mensen in huis hebben om alle zorg te leveren, die nodig is. Daarbij speelt digitale zorg een belangrijke rol. Hier in Heerlen gaan we over 7, 8 jaar nieuw bouwen en daarbij bouwen we zo’n 25.000 vierkante meter minder dan we nu hebben. Dus meer digitale zorg vertaalt zich bij ons in harde pegels. Wat mij betreft staan we nog maar aan het begin. Ik vind overigens dat we in de zorg achterlopen. Ik heb ook bij de gemeente Den Haag gewerkt. 15, 20 jaar geleden kon je daar al digitaal trouwen.”

Bedrijfsverzamelgebouw

Joep de Groot knikt instemmend: “We moeten de vraag omdraaien: wat kan digitalisering betekenen voor de manier waarop we naar een ziekenhuis kijken? We zijn gewend dat het ziekenhuis een plek is waar specialisten en patiënten voor een behandeling naar toe komen. Terwijl het eerder een soort bedrijfsverzamelgebouw is van medische kennis, waarbinnen we alle zorg voor de patiënt organiseren. Vergelijk dat eens met de service die een bank verleent. Je start digitaal via een app of achter je laptop, kom je er niet uit dan neem je contact op en alleen als het echt nodig is ga je fysiek naar de bank.

Ik zie in ziekenhuizen ook veel meer deze manier van denken ontstaan. Het begint bij de patiënt die digitaal waardes doorgeeft of vragenlijsten invult. Als er problemen zijn, probeert hij die met de specialist op te lossen, eventueel met beeldbellen, en als het echt nodig is, volgt er een fysiek consult of een behandeling in het ziekenhuis. Dus de processen rondom de medisch-specialistische zorg zullen veranderen.”

Brains

Een voorbeeld daarvan zijn de digitale meekijkconsulten van medisch specialisten met de huisarts, vertelt de bestuurder van  Zuyderland, waardoor er een andere vorm van triage ontstaat. Bij sommige specialismen hoeven daardoor veel minder mensen doorverwezen te worden. “Veel dokters hier zeggen: je hebt mijn handen niet nodig, maar mijn brains. En die brains kun je ook gemakkelijk in een digitale verbinding met de patiënt of verwijzer inzetten.”

“In de coronatijd hebben we veel aan beeldbellen gedaan”, vult De Groot aan. “Maar dat is echt klassieke automatisering: je doet dezelfde taak die je al deed, maar dan met een computer. Er is niks veranderd, alleen zit de patiënt op afstand. De echte verandering komt pas met de vraag wat de patiënt allemaal zelf kan en wil doen. Waarom vinden wij winkelen bij Coolblue of Bol.com zo fijn? Omdat we dat kunnen doen wanneer wíj dat willen, op een manier die wíj prettig vinden. Met digitalisering kunnen we ervoor zorgen dat de medische zorg bereikbaar blijft en dat tegelijk het servicegevoel van de patiënt vergroot wordt. Dat is iets heel moois. Maar dan moet je niet bestaande processen automatiseren, dan moet je met digitalisering nieuwe processen ontwerpen.”

Joep de Groot en David Jongen
Joep de Groot en David Jongen

Kostenreductie?

Zoals dat gebeurde met het invoeren van de IBD-coach. IBD staat voor Inflammatory Bowel Disease. Het is de verzamelnaam voor de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, 2 vormen van chronische darmontsteking. Via de IBD-coach-app kunnen patiënten en behandelaars het verloop van de ziekte beter monitoren. Dat gebeurt onder meer met behulp van vragenlijsten, die de patiënt regelmatig invult. David Jongen: “Het ‘oude’ proces werd gedaan door medisch specialisten, het ‘nieuwe’ door verpleegkundig specialisten. Inmiddels hebben we daarin zoveel massa bereikt dat het nieuwe proces nu de standaard is. Dan kun je ook gaan investeren in je verpleegkundig specialisten. De IBD-coach scheelt heel veel polikliniekbezoeken en 30% opnames. We zouden dus het aantal MDL-artsen kunnen gaan afbouwen. Alleen kom je dan in de spagaat dat Interne Geneeskunde wachtlijsten van hier tot Tokyo kent. Dus moet je met de verzekeraar in gesprek: we hebben hier eigenlijk een kostenreductie, maar als we iets aan de wachtlijsten willen doen, kunnen we geen MDL-artsen missen. Overigens: de drijvende kracht achter de IBD-coach was 1 enthousiaste medisch specialist. Als die niet had doorgezet, was het nooit zo ver gekomen.”

Niet alleen digitale zorg en nieuwe processen kunnen de zorg transformeren, zegt Jongen. “Ook datagedreven zorg helpt daarbij. Je kunt bijvoorbeeld de vraag stellen hoeveel mensen het afgelopen jaar meer dan 5 keer op de Spoedeisende Hulp zijn geweest. Of meer dan 10 keer. Wat zie je dan? Ligt dat aan het doorverwijsgedrag, aan de thuissituatie van de patiënt, of zijn er andere redenen? Als je dat weet kun je deze veelvuldige SEH-bezoeken voorkomen. Met die data-analyse zijn we nu bezig. Zo zijn er 1.000 vragen te bedenken die bijdragen aan het hoofddoel, namelijk de kosten- en volumestijging afbuigen waardoor je met minder personeel toch goede zorg kunt blijven leveren. Dus digitalisering, in de breedste zin van het woord, helpt om de zorg toekomstbestendig te houden.”

Meerjarencontracten

Hoe kunnen ziekenhuizen en zorgverzekeraars elkaar daarin versterken? Daar hoeft Jongen geen moment over na te denken: “Sluit alleen nog maar meerjarencontracten af. Zorg dat je in zo'n meerjarencontract, in ieder geval met je grootste verzekeraar, samen het perspectief voor de toekomst neerlegt. Een contract voor 10 jaar is misschien nog niet overal haalbaar, maar 5 jaar moet kunnen. Want dat verbindt. Ik snap niet dat er nog zoveel eenjaarscontracten afgesloten worden, waardoor je elk jaar dezelfde discussies moet voeren zonder dat er een meerjarenperspectief onder ligt. Wij hebben, na jarenlang praten, de verzekeraar zelfs in een co-makershippositie geplaatst. CZ kijkt bij ons op grote projecten mee of ze passen binnen het tienjaarscontract en de koers die we samen hebben afgesproken. Het betekent ook dat CZ, met de transformatiegelden maar ook los daarvan, soms wat out-of-pocket financiert om initiatieven van de grond te krijgen. Maar dan verplichten wij ons ook aan de resultaten.

Dus we zijn dicht op elkaar gekropen. Dat vergt wel wat. Want het is niet natuurlijk, om iemand met wie je stevige contractonderhandelingen hebt gehad, mee te laten kijken en om er samen de schouders onder te zetten. Het hangt ook af van mensen, die het met elkaar kunnen vinden en die vertrouwen in elkaar hebben.”

De Groot: “Het duurt een paar jaar voordat je zo’n transformatie zodanig groot kunt neerzetten dat je er ook de vruchten van plukt. Als je in die periode elk jaar opnieuw moet onderhandelen met elkaar, heeft David helemaal niet de rust en het vertrouwen, ook intern, om die transformatie in te zetten. Daarom zeggen wij: als we met elkaar die doelen voor de lange termijn hebben vastgesteld, dan moeten we als verzekeraar ook de financiële rust bieden om die veranderingen in te kunnen zetten. Dat is het co-makership dat we zijn aangegaan.”

A+ rating 

Behalve die rust en vertrouwen heeft zo’n tienjaarscontract financieel nog meer effect. David Jongen: ‘Als het gaat om investeren zijn we gewoon een particulier bedrijf dat leent op de markt. Daarom moeten wij onze financiële zaken goed op orde hebben. Zo hebben we twee jaar geleden een A+ rating binnengehaald van kredietbeoordelaar Fitch. Daarmee kun je gemakkelijker en tegen lagere rente lenen op de markt. Het tienjaarscontract met CZ was heel belangrijk in het bereiken van die A+ rating. Omdat het heel veel stabiliteit voor je bedrijf betekent.

De nieuwe leningen gaan bij ons voor een klein gedeelte naar huisvestingszaken, maar vooral naar digitalisering en ICT. We moeten over een jaar of drie naar een nieuw epd. Daar zijn tientallen miljoenen mee gemoeid en dat gaat CZ niet voor ons financieren. We moeten dan wél met verzekeraars contracten afspreken waarmee we de rente en aflossingen op die leningen kunnen financieren."

Juiste zorg op de juiste schaal

Joep de Groot wijst op nog een belangrijk vraagstuk bij digitalisering: dat van de schaalgrootte. “Ik denk dat we in Nederland te veel dingen voor onszelf willen doen. Zelfs een groot ziekenhuis als Zuyderland is misschien wel te klein voor dit soort investeringen. Ik denk dat we er naar toe moeten om op een grotere schaal te investeren. We zeggen vaak 'juiste zorg, juiste plek', ik denk dat we dat moeten aanvullen met 'juiste zorg, juiste schaal'. Bijvoorbeeld voor zo'n IBD-coach, of voor een epd, kun je je afvragen of een ziekenhuis daarvoor nog wel voldoende groot is. Dat moeten we in de komende tijd samen gaan uitvinden. Want te groot wordt onbestuurbaar, maar te klein is eigenlijk niet te betalen.

Wat we hebben geleerd in het Zuyderland vertaalden we naar een programma rond de vraag hoe je digitalisering op moet schalen. Zoals de IBD-coach. We hebben daarover als CZ gezegd: we kennen 2 goede aanbieders en we kennen nu uit het Zuyderland een goed digitaal proces. Da's mooi. Onze boodschap naar andere ziekenhuizen is nu: je mag kiezen uit deze twee aanbieders en we hebben met Zuyderland dit gave proces bedacht. Je mag er ook in stappen, we helpen er zelfs bij, mits je 50% van je patiënten overzet op deze vorm van zorg. En je kiest 1 van die 2 aanbieders. Dan ontstaat er iets interessants. Je mag als ziekenhuis nog steeds zelf kiezen, maar je creëert wel volume.

De volgende stap zetten we binnen ZN. Wanneer wij als verzekeraar het ‘stempel’ hebben gegeven: dit werkt, dan geldt dat stempel ook voor andere verzekeraars. Dat is de next step. Dan kan David daarmee naar de andere verzekeraars en hoeft hij daar niet weer opnieuw die discussie te voeren. Dat is de winst van het afgelopen jaar.” Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft een Kenniscentrum Digitale Zorg opgezet waar innovaties beoordeeld worden. De Groot: “Dat is nu ingeregeld en de eerste beoordelingen zijn gedaan. En dat komt allemaal voort uit de beweging die we hebben ingezet, om met elkaar mee te kijken in plaats van op afstand staan.”