Leonie Boven: “Het is aan allerlei kleine knoppen draaien tot je een combinatie hebt die werkt”

Vergezicht

In dit Vergezicht gaat Leonie Boven, voorzitter raad van bestuur bij St. Jansdal en bestuurslid bij de NVZ, in op haar ambities als bestuurder en de uitdagingen en kansen die zij ziet in het werkveld. 

Leonie Boven

Na een periode van 4,5 jaar als lid raad van bestuur van St. Jansdal, is Leonie Boven sinds maart 2023 voorzitter van de raad van bestuur van St. Jansdal. Nog maar sinds kort, 1 juli, is zij daarnaast bestuurslid bij de NVZ. 

Wat was uw motivatie om beide bestuurlijke functies te vervullen?

Boven heeft een wetenschappelijke achtergrond, ze is van origine gepromoveerd als immunoloog en heeft onderzoek gedaan naar multiple sclerosis. Vervolgens heeft ze na de benodigde opleiding jaren als klinisch chemicus gewerkt. “Dat is dichtbij de patiënt en met veel toegevoegde waarde voor de maatschappij. Maar je ziet zoveel uitdagingen langskomen in het ziekenhuis die nog getackeld moeten worden. Ik kreeg het gevoel dat het nog beter kon. Vandaar dat ik een bestuursfunctie ambieerde.”

“Het raakt het leven van veel mensen zo persoonlijk”

De grootste drijfveer van Boven is de complexe organisatie van een ziekenhuis: “Het raakt het leven van veel mensen zo persoonlijk. Ik wil daar graag een bijdrage aan kunnen leveren en dat zo goed mogelijk gaan doen, zowel voor medewerkers als voor inwoners en patiënten in je regio.” 

En waarom ook bestuurder bij de NVZ? 

“Het leven houdt niet op bij het St. Jansdal. De problematiek die we in Harderwijk en Lelystad zien, zie je overal in het land in bepaalde mate terugkomen. Het landelijke is natuurlijk ongelooflijk belangrijk. Je moet het met elkaar doen. Je kunt als ziekenhuis niet alleen de barricades op als je iets voor elkaar wilt krijgen. Daar moet je echt de krachten in bundelen. Landelijk gezien ga ik nu dus in dezelfde lijn door en kijk ik nog meer naar het grotere geheel.” 

Wat is volgens u de belangrijkste uitdaging die momenteel speelt in de ziekenhuizen? Hoe zou u die uitdaging willen aanpakken? 

Boven benoemt drie thema’s van het IZA: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg. “Toegankelijkheid staat nu het meest onder druk. Hoe leveren we aan iedereen goede zorg met een beperkt aantal mensen en middelen? De wachtlijsten zijn lang omdat met de vergrijzing de zorgvraag toeneemt, terwijl het aantal medewerkers niet toeneemt, zelfs afneemt. 
Er zijn mensen aan wie je nu de goede zorg moet bieden die ze nodig hebben en er zijn mensen die die zorg ook op een andere manier kunnen krijgen. Misschien iets later, of misschien zelfs wel door iemand anders, dus niet meer in het ziekenhuis. Hoe ga je dat goed van elkaar scheiden en hoe maak je daar goede keuzes in? De combinatie arbeidsmarkt en toegankelijkheid zorgt voor veel hoofdbrekens: hoe gaan we dat nou fixen met z’n allen?”

En hoe fixen we dat dan met z’n allen?

Volgens Boven zijn er veel ideeën. “We kijken naar digitalisering. Kunnen we zorg buiten het ziekenhuis leveren op een manier waarbij je wel veilige zorg kunt leveren, maar je de patiënt minder vaak hoeft te zien? Nu zien we iemand bijvoorbeeld drie keer per jaar voor controle, maar is dat altijd wel nodig? Hoe ga je daar onderscheid in maken. Meer maatwerk dus.” 

“Het is aan allerlei kleine knoppen draaien tot je een combinatie hebt die werkt”

Ook ziet Boven mogelijkheden naar de ketenpartners toe: “We zoeken veel meer de verbinding met onze ketenpartners. Zorgen dat de instroom in het ziekenhuis lager wordt door bijvoorbeeld beter met de huisarts, preventie en welzijn samen te werken. Maar ook hoe verbeter je de uitstroom van het ziekenhuis naar de revalidatieplek of de thuiszorgplek. We zien dat dat systeem nog niet optimaal is ingericht. Daar kunnen we nog winst behalen.”
Geen enkele oplossing is de gouden oplossing die alles beter maakt. Het is aan allerlei kleine knoppen draaien tot je een combinatie hebt die werkt.

Wat zijn uw ambities als bestuurder, zowel bij de NVZ als bij St. Jansdal?

“Die liggen wel in elkaars verlengde”, vertelt Boven. “Je wilt goede veilige zorg leveren voor iedereen en je wilt dat je medewerkers en dokters overeind blijven. Dat ze met plezier werken, de werkdruk niet te hoog is. Dat de omgangsvormen zowel binnen het ziekenhuis als  van en naar de buitenwereld toe normaal zijn. Agressie van patiënten of familie is een toenemend probleem.”

Boven ervaart dat er in de samenleving een gevoel van maakbaarheid heerst. Mensen willen grip en invloed hebben, dat het leven eindeloos duurt en de behandeling eindeloos doorgaat. Maar dat is volgens haar niet altijd realistisch en wenselijk: “De combinatie van dat verlangen naar maakbaarheid met schaarste in mensen en middelen in de zorg is een recept voor frustratie. Bij zowel inwoners als zorgprofessionals. Dat is iets waar we alert op moeten zijn. We moeten goed en realistisch kijken naar wat de vraag en wat het aanbod is. Dat willen we goed in balans brengen met elkaar. Wat er bij Zuyderland speelt, de ene locatie gaat minder zorg leveren dan de andere, dat speelde zes jaar geleden bij St. Jansdal ook. Nu is er in Lelystad geen acute zorg, in Harderwijk wel. Dat levert na die zes jaar nog steeds veel emotie op. Maar hoe krijgen we over de bühne naar de samenleving waarom we dit doen? Het is namelijk nog steeds veilige zorg. Hoe verdelen we mensen en middelen zo efficiënt mogelijk om dat goed te kunnen blijven leveren. Dat is een uitdaging en ambitie om dat voor elkaar te krijgen.” 

"Hoe vertel je het verhaal van wat er gaande is in de zorg?”

Boven vindt dit overigens geen unieke situatie, je ziet het overal in Nederland. “Daar zul je landelijk iets mee moeten doen. Goede communicatie naar de samenleving toe, en van de samenleving naar ziekenhuizen en zorginstellingen is belangrijk. Hoe vertel je nou het verhaal van wat er gaande is in de zorg, wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden, wat is realistisch en wat niet. En wat betekent dat nu voor een patiënt en voor de familie van een patiënt, hoe begrijp je elkaars verhaal. Dat is een enorme uitdaging.”

Hoe vlieg je dat aan?

“Zij zijn in zes jaar tijd van zeer kritisch naar ‘onze critical friend’ gegaan”

Boven vertelt dat zes jaar geleden het MC Zuiderzee in Lelystad failliet ging. “Een actiegroep van inwoners zette zich in om het ziekenhuis te behouden. Daar hebben we goede contacten mee opgebouwd, veel mee gesproken en tot op de dag van vandaag hebben we daar een hele goede relatie mee. Die actiegroep heeft zich ontwikkeld tot een ambassadeur van St. Jansdal. Zij zijn in zes jaar tijd van zeer kritisch naar onze ‘critical friend’ gegaan. We appen zelfs met elkaar, polsen elkaar, trekken bij elkaar aan de bel. Dit contact is heel bijzonder. Het werkt om goed te blijven luisteren naar wat inwoners vinden.”

U heeft onder andere passende zorg, transparantie en kwaliteit in uw portefeuille. Wat zijn voor u hiervan de belangrijkste speerpunten? Wat hoopt u de komende jaren voor de ziekenhuizen te bereiken? 

Toegankelijkheid is volgens Boven het grootste issue. “Dat zijn wel schuivende panelen met kwaliteit. Op het moment dat je meer zorg moet leveren met minder mensen, kan je je voorstellen dat dat iets met kwaliteit doet.

“We moeten natuurlijk de best mogelijke kwaliteit blijven leveren. Dat zal wel een beetje gaan schuren”

We moeten kritisch blijven zijn op welke kwaliteit we kunnen blijven leveren in de context van vandaag en de toekomst. Wat vinden we goede kwaliteit? Moeten we 100% nastreven of is 90% ook goed. En wat betekent dat dan? 

Kwaliteit komt dus wel onder druk te staan, waarbij we natuurlijk allemaal de best mogelijke kwaliteit moeten blijven leveren. Dat zal wel een beetje gaan schuren. En ook hier hebben we de samenleving weer nodig. Maakbaarheid van het leven, geldt hier ook. Moet je echt tot het gaatje gaan met de behandeling? Is het voor een patiënt duidelijk welke consequenties er aan een keuze zitten? Die keuze is voor iedereen anders. Het gaat erom dat je als zorgprofessional dat gesprek met je patiënt gaat voeren. Wat is voor een patiënt belangrijk, dat moet maatwerk zijn. Dat ‘samen beslissen’ is een van de speerpunten. Maatwerk leveren betekent niet dat we alles doen wat voor die patiënt mogelijk is, maar we gaan het goede gesprek voeren over wat belangrijk en haalbaar is en wat de complicaties en kansen zijn. Samen beslissen is een groot speerpunt waar ik de komende tijd heel druk mee zal zijn.”

“Vergelijken is altijd goed, dat helpt ook om elkaar scherp te houden”

Boven vindt dat we eerlijk moeten zijn over transparantie van kwaliteit van zorg: “Is de kwaliteit bij de buren misschien voor sommige ingrepen beter dan bij ons? Daar is heel veel informatie over op ziekenhuischeck.nl. Ik denk dat we overal in Nederland uitstekende zorg leveren, maar dat neemt niet weg dat je transparant moet zijn en dat mensen moeten kunnen kiezen. Vergelijken is altijd goed, dat helpt ook om elkaar scherp te houden.” 

“Bij passende zorg moet bijvoorbeeld samen worden gekeken naar wie de zorg het beste kan leveren”, vindt Boven. Moet dat echt een medisch specialist zijn? Of een huisarts? Of misschien kan de patiënt zelf wel de regie nemen? “Dit is iets wat al jarenlang bij bijvoorbeeld de trombosedienst gebeurt. Eigen regie geeft daar aantoonbaar betere resultaten in zorguitkomsten. Dat kan waarschijnlijk ook bij sommige chronische ziekten. Naast eigen regie kijken we ook steeds meer naar wat passend is, wat bijdraagt. Is het een behandeling die bewezen iets toevoegt aan de kwaliteit van leven van de patiënt? Wat ik hoop te bereiken is dat we mensen stimuleren om meer na te denken over ‘wat past bij mij’? Als ze daarover nadenken als ze niet ziek zijn, is dat makkelijker en rustiger dan wanneer er iets aan de hand is.”

“We moeten de samenleving meer meenemen in nadenken over of het wel iets toevoegt om naar een huisarts of ziekenhuis te gaan”

Boven is van mening dat we landelijk meer de discussie moeten voeren over wat we wel en niet meer gaan doen. Hoe krijg je de samenleving achter het stuur. “Dat doe je samen met de patiënt. We moeten de samenleving meer meenemen in nadenken over of het wel iets toevoegt om naar een huisarts of naar een ziekenhuis te gaan.” En als zorgorganisaties moeten we daar wellicht ook soms beter naar de patiënt luisteren.

Hoe kijkt u naar het IZA? Wat zijn successen? En wat zijn nog uitdagingen? 

“Niemand is het oneens met de bedoeling van het IZA. We zien allemaal de problematiek op ons afkomen. Het grootste succes van IZA is dat het integraal is, dat alle partijen erbij betrokken zijn. Je bent veel meer op de hoogte van andere regionale organisaties, wat ze doen, wat hun problemen zijn en wat ze kunnen bijdragen. Iedereen heeft ideeën over elkaar en het is mooi dat je dat nu kunt bespreken. Daar ontstaan hele mooie dingen.

“We zien nu al dat specialisten veel mensen doorverwijzen naar het loket, het voorziet echt in een probleem”

Een groot succes in onze regio is de link naar het sociaal domein. Die link was er niet, maar sinds juni hebben we in Lelystad een welzijnsloket. We nemen de zorg niet over van welzijn, de welzijnspartij zit in dat loket. Als een patiënt van ons geen medische vraag blijkt te hebben, bijvoorbeeld hartklachten door stress, schulden of overgewicht, behandelen we hem niet in het ziekenhuis. We verwijzen dan door naar het loket waar het gesprek met de patiënt wordt gevoerd over wat kan helpen. Bijvoorbeeld schuldsanering, of afvallen en sociaal contact door middel van een wandelgroepje in de wijk. We zien nu al dat specialisten veel mensen doorverwijzen naar het loket, het voorziet echt in een probleem. Dat is dus echt door IZA is ontstaan. Je zit bij elkaar aan tafel, bespreekt iets met elkaar en dan krijg je een idee.” 

Dat is een mooi voorbeeld van iets wat voortkomt uit het IZA. Wat zie jij nog als uitdaging binnen het IZA?

“Zo’n welzijnsloket is een nieuw soort zorgvorm, maar daar is geen financiering voor. De gemeente sluit daar gelukkig nu wel bij aan. Bij nieuwe zorgvormen die ontstaan omdat we steeds creatiever moeten worden, zie je dat de geldstroom nog achterblijft. Dat belemmert soms. De verzekeraars zitten overal aan tafel en denken constructief mee, maar het blijft ingewikkeld. Transformatiegelden zijn een mogelijke oplossing, maar daar zit een vrijwel onmogelijk proces omheen. Dat levert veel frustratie op in zorgland. Wat mij betreft zouden we binnen het IZA wel wat meer van vertrouwen mogen uitgaan in plaats van alles zo te controleren. Ik ben ervan overtuigd dat partijen de urgentie allemaal snappen en goede plannen hebben. Hoeveel moet je dat controleren en hoever moet je dat laten gaan. Dat is een ingewikkeld dilemma.”

Binnenkort verschijnt het regeerakkoord. Wat is uw belangrijkste boodschap aan de politiek?

“Mijn oproep aan de politiek is om goed te luisteren naar zorginstellingen. Voer een inhoudelijk gesprek, begrijp de urgentie en help ons oplossingen te vinden”

De politiek speelt volgens Boven een belangrijke rol in hoe inwoners de zorg zien. “Als de politiek zegt dat het ergens onveilig is of wordt, versterkt dat, onterecht, dit beeld bij de inwoners. Mijn oproep aan de politiek is om niet te polariseren, maar goed te luisteren naar de zorgen van zorginstellingen en inwoners. Span je in om de dilemma’s, keuzes en de consequenties daarvan te begrijpen. Voer een inhoudelijk gesprek, begrijp de urgentie en help ons oplossingen te vinden. Goede en veilige zorg is beschikbaar, ook als die soms uit de nabije omgeving verdwijnt en verder weg is. De politiek mag ons altijd vragen dit verhaal uit te leggen en daar verantwoording over af te leggen."