Landelijke dienst Verwijzen geïntroduceerd door VECOZO

Verzoek om alternatief voor digitaal verwijzen

Huisartsen versturen dagelijks digitale verwijzingen naar aanbieders van vervolgzorg. Daarmee is dit een cruciale factor in het zorgproces. De tarieven voor digitaal verwijzen blijven stijgen. Daarom verzochten enkele brancheorganisaties in de zorg VECOZO om een alternatief te ontwikkelen. Dit verzoek werd al snel onderschreven door andere brancheorganisaties, waardoor nagenoeg alle zorgsectoren actief betrokken waren en een samenwerking ontstond van zowel verwijzers als aanbieders van vervolgzorg. Zo kon VECOZO in samenspraak met vertegenwoordigers van toekomstige gebruikers komen tot een alternatief voor het bestaande verwijsproces. Ter ondersteuning voor de gehele zorg: verwijzers, aanbieders van vervolgzorg en patiënten. Met een eenvoudige werking en voor een betere (regionale) samenwerking.

Het resultaat is de dienst Verwijzen

Deze dienst zorgt, mede door het gebruik van open standaarden en codestelsels, voor het snel en eenvoudig vinden van en doorverwijzen naar passende vervolgzorg, en draagt bij aan (administratieve) lastenverlichting. De dienst Verwijzen is beschikbaar tegen een maatschappelijk verantwoord tarief voor aanbieders van vervolgzorg en is gratis voor verwijzers. Verwijzen naar zogenaamde kleine aanbieders van vervolgzorg is met de dienst Verwijzen ook mogelijk wegens de substantieel lagere kosten. Kortom: een eigentijds verwijsproces, klaar voor de toekomst en voor borging van optimale (regionale) samenwerking.

David Oei, huisarts bij Wijkpraktijk Huisartsen Crooswijk: 

“Het werd tijd voor een betaalbare oplossing voor digitaal verwijzen. Een oplossing die in dienst staat van de zorg, vóór de zorg. De basis is nu gelegd. Dit biedt ons wat we gewend zijn en meer: ruimte voor nieuwe initiatieven en verbeteringen.”

Merijn Godefrooij, huisarts bij huisartsenpraktijk Leonardus in Helmond: 

“De mogelijkheden voor betere (regionale) samenwerking en betere digitalisering zijn belangrijk, zodat de beste zorg voor iedereen toegankelijk blijft. Zo kunnen we straks ook makkelijk digitaal verwijzen naar de kleinere lokale zorgaanbieders, als  logopedie-, fysiotherapie- en psychologenpraktijken, die zo belangrijk zijn voor de zorg dichtbij huis.”

Regionaal bewezen

Onderdeel van de ontwikkeling was het testen van de dienst Verwijzen in verschillende regio’s. Elke regionale pilot bestond uit een ziekenhuis (met het volledige productaanbod) of zelfstandige kliniek, een (zelfstandig) diagnostische centrum en een of meerdere regionale huisartsenorganisaties of LHV Kring. Iedere pilot duurde 3 tot 6 maanden. Digitale verwijzingen, aanvragen voor diagnostiek en labonderzoek, maar ook de consultatie van een medisch specialist, werden getest.

Uit deze testen bleek dat functionaliteiten - het verwijzen zelf, het starten vanuit het HuisartsInformatieSysteem (HIS) en het bijwerken van het patiëntendossier – als volledig werden ervaren. Huisartsen vonden dat de technische koppeling met het HIS eenvoudig werd gerealiseerd; aanbieders van vervolgzorg gaven aan dat het ontvangen en verwerken van de verwijsbrief verloopt zoals zij nu gewend zijn. De Producten- en Dienstencatalogus Zorg, waar huisartsen de zorg selecteren waar de patiënt naar wordt doorverwezen, is gestandaardiseerd. Het zorgaanbod is daardoor begrijpelijker en toegankelijker, waardoor het beter vindbaar is voor huisartsen. Dat is als een groot voordeel ervaren.

Voor sommigen was de dienst Verwijzen in het begin even wennen, maar volgens pilotdeelnemers treedt gewenning snel op. Uiteraard leverden de pilots ook aandachtspunten voor verdere aansluiting bij de praktijk op. Daarom is een extra zoekmethode naar het voor de patiënt relevant product ontwikkeld, zodat huisartsen hun eigen voorkeur voor zoeken kunnen gebruiken.

Susanne van Vegten, Bestuurslid Digitale Transformatie NVZ: 

“De zorg in zijn geheel staat voor een grote uitdaging om met mensen en middelen die voorhanden zijn de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden, nu en in de toekomst. Dat betekent dat we met elkaar keuzes moeten maken en integraal moeten samenwerken. De uitdaging die VECOZO aanging om daarbij een toekomstbestendige standaard te realiseren voor digitaal verwijzen, waarin behoeften vanuit het zorgveld zijn overgenomen en getest, vergt lef. Wat mij betreft is het nu aan het zorgveld om lef te tonen en de dienst Verwijzen in te gaan zetten.”

De dienst Verwijzen al in gebruik

Op basis van de ervaringen vanuit de test, besloot de regio Helmond na de succesvolle pilot gebruik te blijven maken van de dienst Verwijzen en deze uit te breiden. De regio Rijnmond onderschrijft het belang van een alternatief en wacht de verdere ontwikkeling voor andere type verwijzingen af, alvorens vervolgstappen te zetten. Momenteel is de dienst Verwijzen beschikbaar voor medisch specialistische zorg en diagnostiek. In samenspraak met brancheorganisaties wordt dit in 2025 uitgebreid naar paramedische zorg, ggz en VVT.

Hindrik Wytzes, CIO van het Elkerliek ziekenhuis: 

“Al tijdens het testen werd duidelijk dat we de dienst Verwijzen wilden blijven gebruiken. In feite is de dienst Verwijzen namelijk het bekende verwijsproces, maar dan beter. Het biedt hedendaagse inzichten over het optimale verwijsproces, moderne functionaliteiten en door de interoperabiliteit en gebruik van standaardtaal is de dienst Verwijzen toekomstbestendig. Optimale (regionale) samenwerking binnen de keten is geborgd, doordat het aanbod eenduidiger omschreven en beter vindbaar is voor huisartsen. Nadat ook zij dit als positief ervaarden in de test, was de kogel helemaal snel door de kerk. Er sluiten nu zelfs meer zorgaanbieders aan. En het mooie is, dat we na de overgangsfase door een besparing op de verwijsdienst regionaal gelden aan andere zaken kunnen besteden binnen de zorg.”

Han Tanis, Directeur VECOZO: 

“Al meer dan 20 jaar verbinden we met onze dienstverlening organisaties in de zorg – inmiddels ruim 45.000 - en richten we ons op (administratieve) lastenverlichting, betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg. Die kennis en ervaring, en natuurlijk het vertrouwen van de samenwerkingspartners in ons brede netwerk, maken dat we deze ontwikkeling konden realiseren en verder kunnen uitbreiden. Voor en door de zorg: daar zijn we trots op!”