Het BovenIJ levert innovatieve zorg vanuit een maatschappelijk perspectief

Opinie

Voor de nieuwsbrief Zorg & innovatie schreef Edwin van der Meer, bestuursvoorzitter BovenIJ-ziekenhuis te Amsterdam, over het leveren van innovatieve zorg vanuit een maatschappelijk perspectief. 

Anders kijken, anders denken, anders doen, combineer dat met het motto ‘zorg goed voor elkaar’ en je creëert een basis waarin veranderen en innovaties doorvoeren een haalbare kaart zijn! Met deze slagzin voor ogen timmert Edwin van der Meer al dertien jaar aan de weg als bestuursvoorzitter van het BovenIJ-ziekenhuis. Hij toont aan dat een klein ziekenhuis ook in een grote stad bestaansrecht heeft. 

Edwin - bestuur

Mijn eerste honderd dagen in 2011

Halverwege 2011 trad ik aan als lid van de raad van bestuur van het in Amsterdam–Noord, een klein ziekenhuis (ontstaan uit de fusie van drie nog kleinere ziekenhuizen) in een relatief arm maar ook ondernemend stadsdeel van Amsterdam. Het ziekenhuis had nog geen echte medische keuzes gemaakt, had een jaarlijks schommelend resultaat tussen de min en plus 1.0 miljoen en een te lage solvabiliteit. Het was de tijd van de ziekenhuisfusies, hoe groter hoe beter was de insteek van zowel collega ziekenhuizen als zorgverzekeraars. Na mijn eerste honderd dagen viel mij niet alleen de kracht en trots op van alle professionals binnen het BovenIJ maar ook de kracht van de Noordse samenleving. Noorderlingen beschouw(d)en het BovenIJ als hun ziekenhuis, midden in de Noordse samenleving en verbonden met andere zorg- en welzijnsorganisaties aldaar. Maar ik trof ook een organisatie aan die vooral naar binnen keek en (te) weinig naar buiten.

Zorg goed voor elkaar, maar geen fusies

Ons eerste meerjarenbeleidsplan Samen Beter werd ons leidend kompas onder het motto “zorg goed voor elkaar” en voorzien van onze kernwaarden persoonlijk, verbindend en ondernemend. Hoe verleidelijk fusieverzoeken van andere ziekenhuizen soms ook waren, we zijn er niet voor gezwicht. We hebben bewust de weg van samenwerking gekozen. In eerste instantie hebben we samen met het OLVG uit oost en het SLAZ uit west de Chirurgen Maatschap Amsterdam (CMA) opgericht. Daardoor ontstond niet alleen de mogelijkheid om, met medeweten van de zorgverzekeraars, keuzes te gaan maken waar welke soort patiënt kwalitatief het best behandeld kon worden maar ontstond er ook een dienstenstructuur met differentiatie. Buiten de werkuren werd vanaf dat moment een chirurgische patiënt behandeld door een traumachirurg als het een trauma betrof en door een vaatchirurg als het ging over een scheur in de buikaorta (AAA). Zij behandelden op de locaties die die zorg ook het beste kon leveren qua ondersteunend personeel.

BovenIJ is voorloper voor Juiste Zorg en voor spreiding van zorg

Feitelijk waren wij een voorloper van de juiste zorg op de juiste plek en van de huidige spreiding en concentratie discussie. Ook op het gebied van de CVA zorg en acute hartzorg hebben we die keuzes samen met respectievelijk de neurologen en cardiologen gemaakt. De patiënt is beter af als de ambulance direct doorrijdt naar een centrum dat deze expertise 24/7 kan leveren binnen de gestelde normen.

De Krijtmolen Alliantie

Maar we keken niet alleen vanuit de medische bril naar zorg. In Amsterdam Noord, dat gekenmerkt werd door een arbeiderspopulatie met lagere taal- en gezondheidsvaardigheden, zagen we samen met de huisartsen en medewerkers vanuit het sociale domein patiënten die relatief vaak een beroep deden op zorg. Daarbij lag de oplossing van hun “zorgvraag” niet altijd in de zorg maar eerder in het welzijn. Vanuit die gedachte ontstond de KrijtMolen Alliantie, een samenwerkingsverband van zorg- en welzijnsaanbieders uit Noord waarbij, (onder voorzitterschap van het BovenIJ)), Arkin, Cordaan, Evean, SAG, HVO-Querido, De Sociale Maatschap (voorheen Doras), Dock en het stadsdeel Noord aansloten. Ook zorgverzekeraar Zilveren Kruis en de NZa deden mee. De KMA (vernoemd naar de Krijtmolen d’Admirael vlak achter het BovenIJ, waar de eerste vergadering plaatsvond en overigens de enige nog werkende krijtmolen van Europa) heeft als doel het verbeteren van de gezondheid van de burgers en het verkleinen van de gezondheidsverschillen alles met ervaren meerwaarde door burgers, patiënten en cliënten. De gemiddelde levensverwachting in Noord is 8 jaar lager dan in de rest van de stad en het aantal jaren in goede gezondheid is bijna 15 jaar minder. Met hun programma “Beter Samen in Noord” kijken de partners in de KMA over de domeinen heen, gaan ze uit van de leefwereld van zowel de patiënt als de zorg– en welzijnsprofessional en werken daarbij datagedreven. Het jaarverslag over 2022 toont de meest recente stand van zaken van dit programma. En kijk ook eens naar dit prachtige youtube-filmpje.

Het BovenIJ wordt een gezondheidsorganisatie

Het BovenIJ transformeert nu van een ziekenhuis naar een gezondheidsorganisatie, midden in de Noordse samenleving, verbonden met andere zorg- en welzijnsorganisaties maar ook met andere zorgaanbieders waaronder ziekenhuizen in regionale netwerken op het gebied van o.a. de acute zorg, de geboorte zorg, de (laboratorium)diagnostiek en de oncologie. In een videofilmpje doen we hierover verslag. In deze transformatie kiest het BovenIJ opnieuw voor samenwerking, we geloven niet in een concurrentie model. Alleen ga je natuurlijk wel sneller, maar samen bereik je meer en betere resultaten. De akkoorden IZA, GALA en WOZO worden door ons omarmd en zijn ons op het lijf geschreven, feitelijk werken we al jaren volgens dit gedachtengoed.

Geen roepende in de woestijn meer

Eerst waren we roepende in de woestijn, je gaat het pas zien als je het door hebt en die tijd is nu aangebroken. De grote maatschappelijke opgave waar we voor staan, kunnen we echt alleen samen oplossen en natuurlijk moet de systeemwereld ons daar de ruimte voor geven en gunnen, op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen. Zorg- en welzijnsprofessionals verdienen die ruimte, dus laten we ze die dan ook geven. Zorg en welzijn zijn bij hen in goede, vertrouwde en ervaren handen. Initiatieven als “nurses know better”, “dokters in de lead” en “dappere dokters” laten aantoonbare resultaten zien van bevlogen professionals met lef en leiderschap. Daarbij moeten we deze bevlogen professionals wel goed ondersteunen en ontzorgen. De arbeidsmarkt wordt steeds krapper terwijl de vraag naar zorg en welzijn groeit.

Samenwerking ook bij digitalisering

Digitalisering binnen de zorg is daarbij van groot belang, zowel voor professionals als voor patiënten. Het automatiseren van administratieve handelingen, telebegeleiding en Artificiële Intelligentie gaan ons daarbij helpen mits die zijn en worden afgestemd op de behoefte van patiënt en zorgprofessional. Alleen dan wordt er een bijdrage geleverd aan het ontzorgen van de zorgprofessional en het verbeteren van de eigen regie van de patiënt. Dat laat onverlet dat we bovenal aandacht moeten hebben en houden voor die patiënten en die zorgprofessionals die nog niet voldoende digivaardig zijn. Ook op het gebied van digitalisering kiezen we bewust de weg van samenwerking, dus niet zelf het wiel uitvinden maar gebruik maken van middelen die er zijn en die samen met de leveranciers verder ontwikkelen en verbeteren.

Hoera, we horen bij de beste 300 ziekenhuizen ter wereld

Dit alles is niet onopgemerkt gebleven. Zo werden we door Newsweek zowel in 2022 als in 2023 uitgeroepen tot een van de 300 smartest hospitals ter wereld, naast vijf academische en drie topklinische ziekenhuizen in Nederland, een prestatie waar we trots op zijn. Inmiddels maken bijna 500 patiënten gebruik van onze telebegeleiding van Luscii. Deze Beter Dichtbij App is in de afgelopen twee jaar bijna 55.000 keer gebruikt.

Samenredzaamheid is ons doel

Er is veel geschreven over het IZA en de andere akkoorden, te duur, te bureaucratisch, teveel tafels, verdienmodel voor adviesbureaus, teveel blauwdruk denken vanuit Den Haag enz enz. Het wordt dus tijd om van praten naar resultaten te gaan en van denken naar doen. Soms heb je daar advies voor nodig, maar de beste adviseurs zijn meestal onze eigen zorg- en welzijnsprofessionals, dus luister ik naar hen, hoor wat ze zeggen en doe er aantoonbaar iets mee. Dat geldt ook voor patiënten,. In de meeste rapporten wordt uitgegaan van zelfredzaamheid van burgers, maar niet iedereen is en wordt zelfredzaam. Tegenwoordig is samenredzaamheid het toverwoord, maar voor samenredzaamheid heb je wel anderen nodig. Niet iedereen heeft een ander, zeker niet als je kijkt naar de gegevens over de toenemende eenzaamheid. De kracht van de samenleving moeten we dus veel meer dan nu gaan benutten. Tineke Abma noemt dat convivialiteit, samenleefkracht. Jan Smelik heeft het in deze Nieuwsbrief over landelijke netwerken van bewonersinitiatieven. In het IZA spreken we over passende zorg, zorg die samen met en rondom de patiënt tot stand komt. De grote uitdaging is om daar de komende jaren echt handen en voeten aan te geven, geen woorden maar daden!

Persoonlijke reflectie

De redactie heeft mij verzocht om tot slot te reflecteren op mijn positie als bestuurder van het BovenIJ. Daarover denkend realiseer ik mij dat ik al best lang in deze positie zit. Ik herinner me nog het afscheid van een zeer gewaardeerde chirurg, Paul Tolenaar, die een sheet presenteerde over gemiddelde zittingstermijnen van bestuurders in het BovenIJ. Die bedroeg een paar jaar en ik geloof de langste een jaar of vijf. Het BovenIJ en Amsterdam Noord hebben op mij vanaf de dag van mijn aantreden grote indruk gemaakt en doen dat nog steeds. Dit ziekenhuis levert zorg vanuit een maatschappelijk perspectief en dat is en blijft aantrekkelijk om daar vanuit de bestuurlijke rol sturing aan te geven. We zijn altijd uitgegaan van onze eigen kracht, niet van wat we niet kunnen maar van wat we wel kunnen en nooit alleen maar altijd in verbinding met anderen. In Noord noemen we dat dwarse saamhorigheid.

Kortom

Samenwerken maar ook je stem laten horen als het moet, klein is het nieuwe groot, klein doet er echt toe en kan ook het verschil maken. Ook zorgverzekeraars en autoriteiten als de NZa, IGJ en ZiNL zijn dat inmiddels in gaan zien en zien ook dat kleine(re) ziekenhuizen zaken soms snel voor elkaar krijgen: Er zijn minder lagen, de zorg is leidend, men kent elkaar. En als je elkaar kent dan heb je meer voor elkaar over en krijg je dus ook meer voor elkaar. Zo is het BovenIJ tot nu toe gelukt ieder jaar af te sluiten met een positief resultaat. Maar behaalde resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst dus er zal wel iets moeten gebeuren om ook in de toekomst duurzaam financieel gezond voort te kunnen bestaan. Persoonlijk zie ik meer in maatschappelijke doelen om na(ar) te streven. Er is ook nog nooit een patiënt geweest die mij heeft gevraagd hoe het met de solvabiliteit van het BovenIJ is. Maar patiënten vragen wel of hun ziekenhuis nog wel blijft bestaan dan wel waar ze nog terecht kunnen als ze zorg nodig hebben. Dat is dus iets om goed rekening mee te houden in alle plannen die nu gemaakt worden zowel door de interne als door externe toezichthouders. Tijdige en voor iedereen begrijpelijke communicatie is daarbij van onmisbaar belang en de kracht van de boodschap zit in de herhaling.  

Over de auteur

Edwin van der Meer (1959) werkt als voorzitter raad van bestuur in het BovenIJ in Amsterdam Noord. Hij studeerde achtereenvolgens fysiotherapie aan de SAFA te Amsterdam, HEAO-CE in Hoorn en Organisatie en Beleid aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is daarnaast lid van het bestuur van de NVZ, SAZ, DHD, SASS en toezichthouder bij STAR-SHL. Verder is hij actief in diverse landelijke stuur- en projectgroepen op het gebied van zorg en welzijn.