Een 'open ziekenhuis' stevig gestut door samenwerking in de regio
Hoe helpt het Integraal Zorgakkoord (IZA) de ziekenhuizen bij passende zorg buiten ziekenhuizen? In samenwerking met ggz, eerstelijnszorg en sociaal domein? Dat was de vraag waarmee Actiz-bestuurder Anneke Westerlaken haar estafetteblog van gisteren eindigde. NVZ-voorzitter Ad Melkert gaat hier in zijn blog graag op in.
Dit blog is onderdeel van de blogestafette met bestuurders van IZA-partijen die een jaar geleden hun handtekening plaatsten onder het Integraal Zorgakkoord.
Een ‘open ziekenhuis’. Zo ziet de NVZ het ziekenhuis van de toekomst. Open, flexibel en gastvrij. Zonder muren, maar wel stevig gestut door de samenwerking met huisartsen, thuiszorg, ouderenzorg en ggz. Met gemeenten als het gaat om de preventieve kant en met het bedrijfsleven, waarin nog veel meer aan preventie kan gebeuren.
Een open ziekenhuis helpt om zorg op de juiste plek te organiseren. Thuis als het kan, in het ziekenhuis als het moet. Dat blijft de kern van het gezondheidszorgsysteem. Als het gaat om toegang en doorverwijzen moet er veel meer vanuit een open ruimte met veel onderlinge verbinding worden gedacht.
Dat kan ook, bijvoorbeeld nu digitalisering veel meer mogelijkheden biedt om de zorg onafhankelijk van tijd en plaats te bieden. Het is dan goed dat de verbinding tussen ziekenhuis en thuis geen muur kent. En dat medisch specialisten en verpleegkundigen gemakkelijk meekijken met wat er thuis gebeurt, met wat de patiënt zelf vertelt en kan meten, en dat de patiënt vanuit zijn eigen woning het ziekenhuis kan bereiken. Dat kan, zal en moet steeds meer de toekomst worden.
Vloeiende overgang
In de nabije toekomst zullen deze ontwikkelingen helpen om de overgang van zorg thuis naar het ziekenhuis, van de huisarts naar de medisch specialist, nog vloeiender te maken. Bijvoorbeeld als een chronische patiënt via een app gemonitord wordt en afhankelijk van de fase van haar of zijn ziekte, contact heeft met huisarts óf specialist. Of als het monitoringcentrum aan de hand van de vraag van een patiënt contact legt met de wijkverpleegkundige of de verpleegkundig specialist in een ziekenhuis.
IZA geeft het denken over open ziekenhuizen een belangrijke boost. Het IZA is gebaseerd op een gemeenschappelijke maatschappelijke analyse van waar het schort en wat er moet gebeuren, die alle partijen vanuit diverse sectoren helpt bij het denken over de toekomst. Een belangrijk beginpunt om met elkaar aan de slag te gaan. Om concrete afspraken te maken over onder meer samenwerking, ambities, goede voorbeelden, uitwisseling van gegevens en benodigde wijzigingen in regelgeving en bekostiging. Over de manier waarop we onze onmisbare zorgprofessionals kunnen ondersteunen en behouden.
Onze vraag aan de LHV
De volgende in de blogestafette is de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). De eerste lijn is een cruciale schakel in het IZA. Daarin wordt de poortwachtersfunctie van de eerste lijn sterk benadrukt. Goede organisatie van onder meer de huisartsen en wijkverpleging draagt bij aan de juiste zorg op de juiste plek en het juiste moment.
En dit is geen gemakkelijke opgave. Ook de eerste lijn heeft te maken met een grote druk. Op de eerste plaats natuurlijk door de oplopende tekorten aan huisartsen en andere zorgverleners, maar ook vanwege de versnippering in de organisatie. De grote opgave is dan ook om gezamenlijk te blijven investeren in de eerste lijn en elkaar de helpende hand bieden om de uitdagingen aan te gaan.
In het Integraal Zorgakkoord zijn afspraken gemaakt om de eerste lijn te versterken. Zo krijgen huisartsen meer tijd voor de patiënt en werken IZA-partners aan het stroomlijnen van de zorg op de juiste plek. Ook voor het beperken van de zorgvraag in ziekenhuizen is het slagen hiervan essentieel. Vandaar ook onze vraag: "Hoe kunnen ziekenhuizen de organisatie van de huisartsenzorg ondersteunen om zeker te stellen dat de huisarts haar of zijn werk kan doen?"