Edwin van der Meer: “Ik ben een enorme fan van over domeinen kijken, denken en doen!”

Vergezicht

In dit Vergezicht spreken we met Edwin van der Meer, voorzitter van de raad van bestuur van het BovenIJ in het, naar zijn eigen zeggen ongelooflijk leuke, stadsdeel Amsterdam-Noord. Daarnaast is hij lid van het NVZ-bestuur, waar hij onder meer de portefeuille regionale samenwerking beheert. In dit vraaggesprek hebben we het over ‘zijn’ regio, de samenwerking die daar goed ingebed is en de opgaven vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA).

Edwin - bestuur

Van der Meer is letterlijk aan het bed begonnen, zo vertelt hij, als fysiotherapeut. Na een aantal jaar groeide hij verder door en bekleedde verschillende managementfuncties in  het VU medisch centrum, waarna hij bestuurder werd in Tergooi. Inmiddels is hij ruim 13 jaar bestuurder van het BovenIJ. 

Het BovenIJ is een persoonlijk, verbindend en ondernemend ziekenhuis in Amsterdam-Noord. Met als motto ‘zorg goed voor elkaar’ en een integrale kijk op zorg leveren zij goede basis medisch specialistische zorg aan diverse patiëntengroepen in Noord en omgeving. Omdat zorg verder gaat buiten de muren van het ziekenhuis werkt het BovenIJ samen met verschillende zorg- en welzijnsorganisaties in het programma ‘Beter Samen in Noord’. Dit programma van de Krijtmolenalliantie zet in op vernieuwing, verbinding en integratie van zorg en welzijn in Amsterdam-Noord, met als doel het verbeteren van de gezondheid én het verkleinen van de gezondheidsverschillen. 

“Amsterdam-Noord is een ongelooflijk leuk, inspirerend en creatief stadsdeel waar van alles en nog wat gebeurt. Er heerst samenhang en de bewoners geven om elkaar. De Noordeling is anders dan de Amsterdammer van onder het IJ. Met een ‘dwarse saamhorigheid’ onderscheiden ze zich van het wat meer stadse deel van onder het IJ. Noord is bovendien een mooi afgebakend gebied en het snelst groeiende stadsdeel van Amsterdam, met over 10 jaar naar verwachting zo’n 140.000 inwoners.
In dit stadsdeel, met van oorsprong veel arbeiderswijken, heeft men het hart op de tong en een handen-uit-de-mouwen mentaliteit. Dat spreekt mij erg aan. Wel is het zo dat de sociaal economische status hier gemiddeld gezien wat lager ligt. Bij mensen met lagere taal- en gezondheidsvaardigheden zien we ook meer gezondheidsachterstanden. En bij het gebruik van bijvoorbeeld digitale middelen, die we inzetten waar dat kan, hebben we daarom extra aandacht voor de mensen die daar wat meer moeite mee hebben.

Met het programma Beter Samen in Noord willen we samen met zorg- en welzijnspartners, waaronder huisartsen, GGZ, sociaal domein, gemeente en verzekeraars, proberen om zorg en welzijn beter met elkaar te verbinden, de gezondheid van burgers te verbeteren en gezondheidsverschillen te verkleinen.

Daarnaast werken we als BovenIJ goed samen met de 2 andere ziekenhuizen in de stad. Het is een goed samenspel van ons als algemeen ziekenhuis, het OLVG als topklinische partner en het Amsterdam-UMC als academische partner. Zo geven we, zowel binnen het ROAZ maar ook binnen het oncologienetwerk, samen invulling aan de juiste zorg op de juiste plek. Daar zijn al mooie voorbeelden van. Zo hebben we op CVA-gebied een samenwerking getekend met zowel het OLVG als het Amsterdam-UMC en goede afspraken gemaakt over wie welke CVA-zorg doet. Ik ben een enorme fan van samenwerking en van domeinoverstijgend kijken, denken en vooral doen!”

U had het net al even over de inzet van digitale middelen. Het BovenIJ is hier al vroeg mee begonnen. Eerder dit jaar maakten we nog een hele interessante podcast voor het NVZ-programma Digitale zorg met een klinisch informaticus en longarts over het opschalen van hybride zorg in jullie ziekenhuis. Wat doen jullie nog meer op dit gebied?

“Ja, we hebben met bescheiden middelen best mooie dingen gedaan. Doordat we een relatief kleine organisatie zijn, hebben we slagkracht. Met onze 1200 medewerkers kijken we vooral naar wat er wél kan. En gaan we samen aan de slag om onze zorg goed voor elkaar te hebben én goed voor elkaar te zorgen.

In 2017 zijn we als één van de eerste ziekenhuizen begonnen met het gebruik van de BeterDichtbij-app. Gedurende de covid-periode konden we daar dankbaar gebruik van maken. Verder doen we telemonitoring met Luscii en zijn we bezig met Samen Beslissen via Patiëntplus. Dit alles hebben we zoveel mogelijk gekoppeld/geïntegreerd met ons elektronisch patiëntendossier HiX6.3 zodat je als zorgprofessional, medisch specialist of verpleegkundige ook daadwerkelijk de voordelen merkt en zaken niet dubbel hoeft te doen. Daarmee verlichten we de administratiedruk van onze zorgprofessionals.

Waar we ook al langer mee bezig zijn is het verbinden van zorg en welzijn. Wat dat betreft zien we het IZA een beetje als een feest van (h)erkenning. Het bevestigt wat we eigenlijk al aan het doen zijn: steeds domeinoverstijgend, patiëntgericht en datagedreven kijken, denken en doen.
Niet alle problemen van mensen zijn zorgproblemen. Als je bijvoorbeeld in de schulden zit, geen werk hebt, je partner er vandoor is en er gedoe is met je kinderen, dan doet dat wat met hoe gezond je je voelt. De eerste stap naar de huisarts is dan snel gezet terwijl dat niet altijd nuttig of passend is, en mensen op een andere plek mogelijk beter geholpen kunnen worden, bijvoorbeeld bij de schuldhulpverlening.

Als bestuurder geloofde ik in deze aanpak en samen met de collega-bestuurder van Doras, een grote welzijnsorganisatie, en de bestuurder van huisartsenorganisatie de SAG hebben we destijds hier in Noord de Krijtmolenalliantie opgezet. Gaandeweg zijn hier steeds meer zorg- en welzijnsorganisaties zoals VVT-instellingen, maar ook de GGZ bij aangesloten. En omdat we in Amsterdam-Noord met een beperkte groep van huisartsen en medisch specialisten te maken hebben, blijft het kleinschalig en weten we de weg naar elkaar, maar ook naar andere specialisten, zoals de specialisten ouderengeneeskunde, goed te vinden.”

Wat is volgens u het grootste probleem dat momenteel speelt in de ziekenhuizen in z’n algemeenheid en specifiek voor het BovenIJ? En hoe gaat u daarmee om?

“We hebben natuurlijk een groot arbeidsmarktprobleem in de zorg en vooral in de grote steden. Dus de uitdaging is om mensen aan je te (ver)binden, ze te behouden en ontwikkelkansen te geven met een passende beloning. Een beloning die overigens bij de middengroepen nog steeds achterblijft. Verder hebben we net als iedereen te maken met oplopende kosten voor onder andere energie, maar ook voor materialen en voeding. Eigenlijk net als waar je als burger mee te maken hebt, maar dan in een factor ‘heel veel’.

Ook hebben we te maken met verzekeraars die nog niet altijd een gelijkgerichte aanpak hebben. En daarbovenop komt de last van de enorme hoeveelheid registratie. De eindeloze bureaucratie die we met elkaar gecreëerd hebben vanuit een (te) grote controledrift. Ik vind het jammer dat toezichtsystemen nog steeds uitgaan van een gebrek aan vertrouwen, mede ingegeven vanuit de politiek. Ik zou liever uitgaan van vertrouwen: high trust, high penalty. En ik geloof er in dat wanneer je zorgprofessionals meer ruimte geeft, er ook mooie oplossingen komen. Want als mensen prettig kunnen werken met meer ruimte en leiderschap, komt dat de zorg en het werkplezier alleen maar ten goede.

We hadden het al over het feit dat de verbinding met het sociaal domein in Noord al goed is vormgegeven. Zijn daar concrete voorbeelden van te benoemen?

Er zijn verschillende projecten die we gezamenlijk oppakken. Zo hebben we bijvoorbeeld met behulp van data gekeken naar de instroom van patiënten met niet-cardiale pijn op de borst. Na analyse bleek dat deze mensen niet alleen op de spoedpost binnenkomen maar ook veel vaker bij de huisarts komen. Daar hebben we met alle zorg- en welzijnsprofessionals naar gekeken en veelal bleek er ook andere, onderliggende problematiek te spelen. Na een proef met een interventie door het welzijnswerk voor deze patiëntengroep, bleek na meting dat de instroom aanzienlijk minder was geworden.

Verder zijn er projecten op het gebied van de zorg voor patiënten met CVA’s of  heupfracturen waarbij de doorstroom enorm is verbeterd, inclusief de triage naar de VVT toe. Er zijn ook projecten waar wij als ziekenhuis niet direct bij betrokken zijn, maar waarbij wel over de domeinen heen gewerkt wordt, zoals het verminderen van huisuitzettingen. Ook op gebied van de geboortezorg werken we samen in het programma Beter Zwanger in Noord waarbij de kraamzorg, de eerstelijnsverloskundigen en de jeugdgezondheidszorg betrokken zijn.

En we doen samen met de GGZ een project voor patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Bij de sociale maatschap is samen met de stichting HVO-Querido het aantal huisuitzettingen in Noord gereduceerd tot nog maar een enkele, terwijl dat er vroeger heel veel waren. Dus je ziet dat het verbinden van die domeinen in de hele breedte burgers echt helpt!

Dat is ook mijn oproep: verbind met elkaar. Ga bij elkaar in de keuken kijken, leer van elkaar, vind het wiel niet opnieuw uit want bijna alle wielen lopen al. Dus verbind in je ziekenhuis, in je omgeving en je regio en verbind de regio's met elkaar zodat je van elkaar kunt leren. Want wanneer je samenwerkt krijg je echt betere resultaten!

         “Ga bij elkaar in de keuken kijken, met elkaar verbinden en van elkaar leren”

Hoe kijkt u naar het IZA, wat zijn de kansen en valkuilen? En wat zijn uw ambities als bestuurder? Kunt u daarover vertellen?

“Eigenlijk heb ik maar één ambitie, en dat is het IZA verwezenlijken. Dat is natuurlijk een flinke ambitie, maar we staan samen ook voor een grote maatschappelijke opgave. We hebben hier met elkaar voor getekend, ook als NVZ, en dan wil je er ook mee aan de slag. En dat betekent volhouden, want uitdagingen en kansen oppakken gaat met vallen en opstaan. Je moet vooruit blijven kijken en het doel voor ogen houden. En soms is urgentie de drijfveer om het echt anders te gaan doen. Covid heeft ons laten zien dat we snelheid konden maken met digitalisering, zoals beeldbellen en digitale consulten.

Datzelfde is nu aan de gang met de arbeidsmarkt. Ook dat is heel problematisch, maar het geeft ook de kans om dingen echt anders te gaan doen. Daarom vind ik het ook belangrijk om deel te mogen uitmaken van het NVZ-bestuur. Want met elkaar kunnen we op koepelniveau samen met VWS het gedachtengoed van het IZA verder brengen en de belangen van de leden goed behartigen.

Ik zie het IZA echt als een kans, het is het eerste akkoord dat over de sectoren heen is gesloten. Vroeger hadden we hoofdlijnenakkoorden per sector, nu een integraal akkoord. Dat is echt een enorme stap vooruit. En natuurlijk zijn er ook valkuilen, het is een enorm lijvig document. Daarom is het ook belangrijk dat we als NVZ een leidende rol pakken. Vooral op de punten waar wij voor aan de lat staan, zoals regionale samenwerking, acute zorg, oncologie, kwetsbare ouderen en digitalisering. Daar kunnen we het verschil maken, ons steentje bijdragen en samen met de andere partijen successen boeken waar patiënten iets aan hebben.
Het zal niet makkelijk zijn, we hebben het nog nooit zo gedaan, maar ik denk wel dat we het kunnen. Het uiteindelijke doel is belangrijk om voor ogen te houden, en stug volhouden want het is vaak 3 stappen vooruit en weer 2 terug. De kunst is om het overzicht te houden en te laten zien wat er wel al bereikt is. Het lijkt mij ongelooflijk leuk om over 2 of 3 jaar te kunnen zeggen ‘wauw, dat hebben we samen bereikt’ en ja, niet alles zal lukken. Daar moet je ook realistisch in zijn; als alles wat in het IZA staat bereikt is, dan lag de lat misschien wel te laag .”

      “Ik zie het IZA echt als een kans, het is het eerste akkoord dat over de sectoren heen gaat”

Hoe ziet u de toekomst van de Nederlandse ziekenhuizen en hun positie in het veranderende zorglandschap?

“Ik denk dat ziekenhuizen een prachtrol kunnen spelen in de regio. Daarbij moet de focus niet zozeer liggen op het ziekenhuis zelf en ziekenhuizen onderling, maar meer op de verbinding met andere partijen. En natuurlijk samen met de burgers die soms patiënten zijn. Dus: ken je regio, de mensen, de ondernemers, de andere zorg- en welzijnspartners, het onderwijs en dan vergeet ik vast nog iemand. En leer vooral van elkaar. Laat het eeuwige concurrentiemodel, waarbij je zelf pronkt met iets moois, los en laten we dat overnemen (proudly copied from) en overal gaan doen.”

We hebben het gehad over verbinden, leren van elkaar, volhouden en ‘gewoon’ gaan doen. Tot slot, wat voor oproep zou u aan de Nederlandse politiek willen doen?

“Vooral doorgaan, en doorpakken met het IZA. Verklaar het IZA niet controversieel want dan valt alles stil. Dus doorgaan op gebied van gegevensuitwisseling, doorgaan op gebied van acute zorg, doorgaan op gebied van concentratie en spreiding, en doorgaan op gebied van arbeidsmarkt en problemen oplossen die er zijn met de salariëring van de middeninkomens. Want daarin liggen we nog steeds achter op de sector en andere sectoren.

Maar anderzijds denk ik dat de bemoeienis van VWS ook niet te groot moet zijn. Uiteraard moeten er kaders worden gesteld en voor de financiën worden gezorgd. Maar de regel- en verantwoordingsdrift van de overheid mag wel een tandje minder. En ik weet, je kan alleen maar weten door te meten, maar sommige ‘zinloosheid der metingen’ is misschien ook eens een interessant onderwerp voor een artikel ;)”